Eleanor Catton interview (De Standaard)

‘We hebben leiders nodig die bezielen.’

Ze kan met haar werk entertainen als de beste. Toch heeft elke roman van Eleanor Catton een serieuze ondertoon, zo ook haar nieuwste, ‘Het woud van Birnam’.

Kathy Mathys

De ronkende zinnen waarvan Eleanor Catton zich bedient in haar rijke, veelstemmige roman ‘Het woud van Birnam’ blijven uit wanneer ze over haar werk praat. Op een aftastende manier baant de schrijfster zich een weg door ons gesprek over het gewicht van woorden, de kwalijke gevolgen van online-verkeer en de kracht van de verbeelding.

De vreugde van het verzinnen heeft Catton altijd gekend.

‘Als kind las ik veel en had ik al een levendige, speelse fantasie. In mijn vriendschappen was verhalen verzinnen heel belangrijk. We sliepen achterin de tuin in een tent en verzonnen een nieuwe wereld bij elkaar. Die ervaringen zijn me altijd bijgebleven.’

‘Het woud van Birnam’ is de derde roman van Catton na ‘De repetitie’ en ‘Al wat schittert’. Voor die laatste kreeg ze in 2013 op 28-jarige leeftijd – ze was de jongste winnaar ooit – de Man Booker Prize. Catton werd geboren in Canada als dochter van een Amerikaanse vader en een Nieuw-Zeelandse moeder. Tijdens haar kinderjaren verhuisde het gezin naar Nieuw-Zeeland, een land waarmee ze een ingewikkelde relatie heeft.

‘Mijn vader is zijn Amerikaanse accent nooit kwijtgeraakt. Qua temperament is hij een echte Nieuw-Zeelander, maar hij is ook een buitenstaander. Ook ik had nooit het gevoel dat ik er helemaal bij hoorde. Aan de ene kant heeft Nieuw-Zeeland zijn stempel op me gedrukt, aan de andere kant heeft het land me vaak ontgoocheld. In Nieuw-Zeeland is egalitarisme een van de belangrijkste waarden. Op zich is dat niet verkeerd, maar het pakt in de praktijk uit als een kracht die mensen naar beneden haalt. Het is ongewenst om je te laten opmerken op een of andere manier. Ook kritiek op de cultuur of felle discussies zijn not done. Je dient vooral met elkaar akkoord te gaan. Dat klimaat komt de kunstenwereld niet ten goede.’

Catton woont inmiddels met man en kind in het Engelse Cambridge. Tijdens de pandemie kon ze niet naar Nieuw-Zeeland toe en dat voelde beklemmend.

‘Het was vreemd dat Nieuw-Zeeland twee jaar lang was afgesloten van de wereld. Ik was Het woud van Birnam aan het schrijven, maar de gedachte dat ik niet naar mijn ouders toe kon, in het geval ze zouden overlijden, was bedrukkend. Ik kreeg in die periode ook een kind. Niemand van mijn familie kon de baby ontmoeten.’

Toch was Catton in gedachten wel in Nieuw-Zeeland, de locatie voor haar nieuwste, een roman over een activistisch tuindersactief dat zich inlaat met een miljardair à la Elon Musk. Het boek is zo trefzeker geschreven dat je zou denken: die Booker Prize heeft haar vleugels gegeven. De realiteit was anders.

‘De Booker winnen heeft mij doen nadenken over mijn schrijverschap. Van nature ben ik onzeker en ik heb periodes van gigantische twijfel gekend tijdens het schrijven van Al wat schittert. Er waren momenten waarop ik dacht dat ik het boek nooit zou voltooien. Ik vond dat heel moeilijk te rijmen met alle lof die ik kreeg na de publicatie. De kloof tussen mijn schrijfproces en de reactie die erop volgde, was zo gigantisch dat ik even stuurloos was. Wat moest ik nu als schrijver? Uiteindelijk heb ik beslist om een boek te schrijven voor lezers, je zou kunnen zeggen dat ik een populairdere weg insloeg. Ik wilde geen boek schrijven dat enkel door critici werd bejubeld. Daarom is Het woud van Birnam een genreroman geworden.’

Vindt u Al wat schittert dan geen genreroman?

‘Zeker. Birnam is een thriller en een satire, mijn vorige was een victoriaanse roman. Ik vind wel dat mijn nieuwste boek toegankelijker is. Ik vind het fascinerend om te werken met bepaalde genrestructuren en -conventies en daar een eigen draai aan te geven.

In de meeste genrefictie is het vrij duidelijk wie de slechterik is. Denk maar aan de typische horrorfilm waarin iedereen wordt afgeslacht behalve dat ene meisje met het juiste morele kompas, de juiste zeden. Een van de dingen die ik meteen wist toen ik begon aan Het woud van Birnam was dat ik niemand wilde sparen. Geen van de personages was bij voorbaat uitgesloten van de ondergang, dat past bij de satirische kant van het boek. Maar dat niemand gespaard wordt, hangt ook samen met mijn gedachten over de klimaatcrisis, een belangrijk thema in het boek. We zijn allemaal op de een of andere manier verantwoordelijk voor wat er aan de hand is. Die verantwoordelijkheid hoeft niet te leiden tot apathie of moedeloosheid. Ik vind het juist bevrijdend dat we allemaal betrokken zijn en dus ook allemaal een inbreng kunnen hebben in de manier waarop we het probleem aanpakken.’

De roman leest inderdaad als een satire. U spaart niemand, ook links krijgt er flink van langs.

‘Ik wilde de personages die dezelfde mening uitdragen als ik niet sparen, want dat zou huichelachtig zijn. Ik vind dat links zichzelf te veel schouderklopjes geeft omdat ze het bij het rechte einde hebben. Hun houding is soms zelfvoldaan en elitair. Op politiek vlak breekt dit ze zuur op. Wie vanuit arrogantie praat, mag verzet verwachten. Mensen pikken het niet dat hen verteld wordt wat ze moeten doen. Ze moeten geïnspireerd worden om tot ander gedrag te komen.

Dit boek drukt mijn wanhoop uit over de manier waarop links politiek bedrijft. Het frustreert me dat er op links zoveel interne conflicten zijn die echte verandering onmogelijk maken. Zonder missie kan je mensen niet inspireren en tot nog toe ontbreekt het aan een inspirerende visie. Ik vond het tekenend dat Labour in haar jongste Manifesto bij het onderwerp ‘waarden’ vermeldde dat het belangrijk was om ‘waarden te hebben’. Ze gingen niet in de details, alsof ze bang waren iemand voor het hoofd te stoten. Verbijsterend toch! We hebben leiders nodig die inspireren, die bezielen, die echte verandering teweeg kunnen brengen.’

Heeft uw liefde voor genrefictie uitsluitend te maken met het verlangen om de lezer te vermaken of zit er meer achter?

‘Ik geloof hartstochtelijk in de entertainende waarde van het verhaal, maar het is meer. Ik vind dat boeken zonder plot iets apathisch kunnen hebben. Sommige van die boeken lijken te zeggen: actie doet er niet toe of actie ondernemen is me te min. Wanneer een personage niet in actie komt, dan ontzeg je hem de mogelijkheid om iets te veranderen. Voor mij is die mogelijkheid tot verandering fundamenteel. Met hopeloosheid heb ik als mens en als schrijver een filosofisch probleem. Ik denk dat de romanschrijver moet geloven in de mogelijkheid van verandering want wie gelooft in die mogelijkheid gelooft ook in de mensheid.’

En toch heeft u een boek geschreven dat niet meteen op een hoopvolle noot eindigt. Heeft dat te maken met uw inspiratiebron, Shakespeares  Macbeth?

‘Misschien wel. Ik wilde een boek schrijven waarin elk van de personages Macbeth kon zijn. In het begin van de roman voer ik Owen Darvish op, een man die promotie krijgt en geridderd wordt. De meeste lezers zullen denken dat Darvish mijn Macbeth is omdat in het toneelstuk van Shakespeare hetzelfde gebeurt. Daarna begin je als lezer te twijfelen en vraag je je af of het toch een van de andere personages is. Elk personage is ook een ‘woud van Birnam’ voor een ander personage, een blinde vlek. Het is die blinde vlek die ervoor zorgt dat ze falen. Dat hoef je allemaal niet te weten om het boek te snappen, maar het voegt wel een extra laag toe.’

Gelooft u echt dat we allemaal in staat zijn tot Macbeth-achtig handelen?

‘Absoluut. Macbeths blinde vlek komt voort uit zijn overdreven zekerheid over de dingen. Hij overweegt zelfs nooit alternatieven voor zijn eigen zekerheden. Zijn aanpak en enkel de zijne is de juiste, gelooft hij. In die zin is het personage van Macbeth relevanter dan ooit. Deze dagen worden we allemaal aangemoedigd om stellige posities in te nemen, om vanuit zekerheid te praten. Twijfel en onzekerheid zijn ongewenst, wijzen op zwakte. Onze maatschappij is er een van dualisme, antagonisme en polarisatie. De plekken waar ruimte is voor nuance, onzekerheid, twijfel worden steeds meer bedreigd.’

Verantwoordelijkheid

‘Het woud van Birnam’ is echt een roman over onze tijd. Het Elon Musk-achtige personage is een fabrikant van drones. De personages zijn in de weer met telefoons en navigatie. En dan zijn er de gesprekken, sommige live, andere online. Die gaan over de cancelcultuur, over activisme, over authenticiteit.

Catton heeft zich de laatste tijd opgeworpen als een kritische stem in het debat rond social media en andere online communicatie.

‘Veel van de terminologie die we gebruiken in de context van internet en social media is misleidend. Neem nu het woord “platform”. Een echt platform is leeg, het geeft geen agenda, wordt niet gedreven door een onzichtbare kracht. Het moge dus duidelijk zijn dat Twitter geen echt platform is. De algoritmes bepalen in hoeverre jij zichtbaar bent, niet jijzelf. Het internet is ooit gebouwd met publiek geld, maar die tijd ligt ver achter ons.

Verder is het belangrijk dat gesprekken mogelijk blijven die niet permanent zijn. Wanneer je online een uitspraak doet, blijft die voor eeuwig zichtbaar. Er zijn ook geen duidelijke regels over wat zo een ‘gesprek’ is. Verwacht je een reactie of niet? Met wie praat je eigenlijk? Ik vrees dat we dusdanig geconditioneerd worden door deze manier van ‘praten’ dat we gaan denken dat dit de nieuwe norm is. Hoe meer tijd we online spenderen, hoe meer we willen dat onze offline levens lijken op dat online.

Voor mij is het op filosofisch vlak belangrijk dat acties en gevolgen aan elkaar gekoppeld blijven, dat mensen verantwoordelijkheid kunnen opnemen voor hun daden. Online is daarvan helaas geen sprake, handelingen en hun gevolgen zijn niet met elkaar verbonden. Mensen doen maar wat. Als jij iets tweet dat kwetsend is voor een ander, is dat dan jouw verantwoordelijkheid? Dat zijn de gesprekken die we zouden moeten voeren. Helaas gebeurt dat niet.’

Werkt online communicatie volgens u die eerder genoemde polarisatie in de hand?

‘Vaak wel. Neem nu een term als  gecanceld worden. Dat is echt een woord uit digitale tijden. Je verwijdert iemand uit je stream omdat hij de omgeving verziekt of omdat het je niet zint wat deze persoon zegt. Dat is toch geen oplossing? Ik vind het bedenkelijk dat je met de klik van een knop een persoon op die manier het zwijgen kan opleggen. Een echte dialoog wordt hierdoor onmogelijk.’

U schreef een roman als een rollercoaster, maar het is ook een serieus boek, een roman met een grote inzet. Welke plek heeft de roman nog in deze wereld van online verkeer?

‘Ik geloof meer dan ooit in de kracht van de roman. Veel mensen zijn moedeloos omdat de literaire roman niet meer de status heeft die hij ooit had. Nooit eerder heeft de roman zo een sterke competitie gehad van andere vormen, met name van social media. Als het goed is, brengt een roman de lezer een ervaring van wat het betekent om mens te zijn, een ervaring die in geen enkel opzicht correspondeert met wat social media je vertellen over wat het betekent om mens te zijn. Enkel in de roman kan je opmerken wat een ander echt ziet, meedenken met een personage, echt in de huid kruipen van een ander. Een roman gaat ook over handelingen en consequenties. Als lezer zie je welke handelingen welke gevolgen hebben en dat is essentieel voor ons begrip van menselijkheid. De roman kan als geen ander tonen dat we geregeerd worden door algoritmes en dat diezelfde algoritmes ons ervan weerhouden om de wereld op een morele manier te interpreteren. ‘

Eleanor Catton – Het woud van Birnam – vertaald door Gerda Baardman en Jan de Nijs – Ambo/Anthos – 395 blz.

We gingen vaak met het gezin wandelen in de bergen. Het was heel belangrijk voor mij. Samen een wandeling maken als gezin is een heel democratische activiteit: iedereen ervaart hetzelfde succes, je klimt allemaal dezelfde berg op.’

Millennials als ik hebben een gecompliceerde relatie met babyboomers. Dat zijn mijn ouders! Natuurlijk neem ik hen kwalijk dat ze op grote voet hebben geleefd, met alle gevolgen van dien voor onze planeet, maar ik hou ook van hen. Mijn relatie met babyboomers is vergelijkbaar met die van een tiener met zijn ouders.

Het internet is gebouwd met publiek geld. Het tempo waaraan het hele systeem geprivatiseerd is vind ik duizelingwekkend.

Hiervoor iets af  over Elon Musk etc In hoeverre vertellende personages iets over Eleanor Catton?

Ik stop veel van mezelf in ze, dat was ook het geval in Al wat schittert. Dat hoeft niet te betekenen dat ze karaktereigenschappen van mij hebben. Soms werk ik met omkeringen. Zo gaf ik aan het personage van Robert Lemoine een aantal eigenschappen die ik bewonder en zelf ontbeer. Lemoine is het personage dat het meest correspondeert met een traditionele slechterik, maar hij heeft eigenschappen die ik bewonder. Zo is hij heel levendig in gesprekken, heeft hij zwier en is hij zelfzeker, dat zijn eigenschappen die ik ontbeer.