Met ‘Euforie’ schreef de Amerikaanse Lily King één van de meest meeslepende romans van deze zomer. Ze baseerde zich op vijf maanden uit het leven van de Amerikaanse antropologe Margaret Mead.
Kathy Mathys
Lily King was net begonnen aan haar derde roman, ‘Father of the Rain’, toen ze in een tweedehands boekhandel een biografie ontdekte van Jane Howard over Margaret Mead. Ze vond Howards boek fascinerend, met name het deel waarin Mead Gregory Bateson ontmoet. Ze is op dat moment getrouwd met haar tweede man, Reo Fortune, en er ontwikkelt zich een driehoeksverhouding tussen de antropologen. ‘Ze waren ziek, angstig, paranoïde, verliefd. Het was een sleutelmoment uit Meads leven. Aanvankelijk dacht ik dat iemand anders hier een geweldige roman zou over schrijven. Ik besefte niet meteen dat ik het zelf kon doen. Mijn eerste drie boeken zijn heel anders, ze gaan over families, niet over antropologen in Nieuw-Guinea. Over krokodillen en jungles had ik nog nooit geschreven,’ vertelt King.
Toch bleef King zich verdiepen in Mead, het liet haar niet los. De driehoeksverhouding beslaat slechts twaalf bladzijden in Howards biografie. Van zodra King besloot om dit boek te schrijven, wist ze dat ze veel zou verzinnen. Dat voelde als een bevrijding. ‘Ik had geen tijd om alles over haar te lezen in de Library of Congress – ik had kleine kinderen. Ik ben dus om praktische redenen gaan fantaseren, maar uiteindelijk bleek dat ook op artistiek vlak noodzakelijk. Ik heb Mead een andere naam gegeven, Nell Stone. Dat maakte het makkelijker om over haar te schrijven, haar echte naam intimideerde me. De dagboekpassages in het boek zijn compleet verzonnen, voor zover ik heb kunnen ontdekken, hield ze geen dagboek bij. Ik heb zelfs haar notities niet gelezen. In mijn roman schrijf ik dat ze een poëtische stijl had. Dat klopt, zeker in vergelijking met academische publicaties. Ze koos ervoor om uitgegeven te worden bij een algemene uitgever. Haar boeken hebben iets romanachtig, met veel beschrijvingen en met personages.’
King vertelt het verhaal vanuit Andrew Bankson – zo heet Bateson in het boek. Ze voelde zich veel meer verwant met die Engelsman dan met Mead. ‘Ik kon me goed inleven in hem. Hij had een tragische kindertijd, verloor twee broers. Zijn ouders verzetten zich tegen zijn studiekeuze. Bovendien vond ik het erg moeilijk om vanuit Mead te schrijven omdat zij zo beroemd is in de Verenigde Staten, ik kon niet dicht genoeg bij haar komen. Sowieso was het erg moeilijk om het juiste perspectief te vinden. Ik heb het boek wel zes keer herschreven tot ik de juiste oplossing had gevonden.’
Het boek werkt als ideeënroman, als liefdesverhaal, zelfs als thriller. Is dat toevallig of had u meteen de intentie dat er meerdere lagen moesten inzitten?
Sowieso wilde ik al lang een liefdesverhaal schrijven. In al mijn romans zitten liefdesverwikkelingen maar ze staan nooit centraal. De ideeën ontstaan op een organische manier, ik stop ze er niet bewust in, zeker niet wanneer ik aan de eerste versie werk. Schrijven is voor mij een anti-intellectueel proces. Al mijn zintuigen staan op scherp wanneer ik schrijf: ik luister, voel, laat de dingen tot mij komen. Dat klinkt wazig, maar zo is het. Pas wanneer ik de eerste versie af had, besefte ik dat dit een roman zou worden over bezit, kolonisatie. Dat was ook het moment waarop ik meer onderzoek ging doen over die thema’s.
Voor de niet ingewijden: wie was Margaret Mead en waarom was zo belangrijk?
Ze was een van de pioniers van de culturele antropologie. In de jaren 1980 en 1990 kreeg haar reputatie een flinke deuk, Derek Freeman bekritiseerde haar werk toen uitvoerig. Ik vind haar voornamelijk interessant omdat ze radicaal was. Ze was een feministe die voor de volle honderd procent volgens haar ideeën leefde. Toen ze zestien was, wilde haar toenmalige vriendje zich verloven met haar. Ze antwoordde dat ze pas wou trouwen nadat ze haar universiteitstudie had afgerond en enkel op voorwaarde dat ze ook andere minnaars mocht hebben. Verder stelde ze als voorwaarde dat ze allebei op gelijk welk moment zouden kunnen scheiden zonder zich te moeten verantwoorden. Dat was in 1918! Ze verzette zich op jonge leeftijd tegen het idee dat je een ander kan bezitten. Toch had ze een koloniale attitude. Ze selecteerde mensen binnen de stammen en gaf hun taken. Ze had 250 dragers nodig om haar bagage te transporteren.
Met haar werk bereikte Mead een groot publiek en dat is altijd haar bedoeling geweest. Ze gebruikte antropologie als een middel om sociale verandering op het thuisfront teweeg te brengen. Haar meest populaire werk in de VS was ‘Coming of Age in Samoa’, waarin ze schrijft over een eilandengroep in Oceanië, met name over puberteit en seks bij jonge meisjes.
De roman eindigt heel anders dan in Meads leven. Was u op zoek naar meer dramatiek?
Ik had het gevoel dat een van de personages het einde niet zou halen, al wist ik niet wie dat zou zijn. Sommigen bekritiseerden mij om het einde van de roman. Ik snap dat, maar voor mij was dit de enige manier. De ware feiten en mijn verhaal kan je vergelijken met twee treinen die in hetzelfde station vertrekken. Op een heel natuurlijke manier leggen ze hun eigen traject af en dat is niet evenwijdig.
Ik heb de feiten niet altijd dramatischer gemaakt. Zo was er veel rivaliteit tussen de drie, dat merkte ik uit die twaalf bladzijden van de biografie. De jaloezie en de afgunst waren groter en gruwelijker dan in mijn roman. Zo las ik in een van Meads brieven dat ze vreesde dat haar echtgenoot Bateson zou neerschieten, vervolgens haar en ten slotte zichzelf. Hij droeg altijd een pistool, was gewelddadig, hij sloeg haar.
Ook op seksueel vlak heb ik de dingen vereenvoudigd. Mead zat nooit in een monogame relatie ze had meestal twee, soms drie gelijktijdige relaties. Ik heb het simpeler gehouden, ik dacht dat niemand de werkelijkheid geloofwaardig zou vinden.
Er was niet enkel sprake van romantische rivaliteit, maar ook van professionele rivaliteit.
Ja, dat maakt dit verhaal zo interessant. Nells echtgenoot, Fen, bevindt zich in een positie die tot op dat punt zelden of niet was voorgekomen in de wereldgeschiedenis. Hij had een vrouw die op professioneel vlak veel succesvoller was dan hij en kon daar niet mee omgaan, was openlijk jaloers. Hij hield dingen voor haar geheim, was niet te beroerd om te liegen over zijn onderzoek.
De euforie in de titel verwijst naar het moment waarop de drie samen een nieuw inzicht ontwikkelen. Ze lijken in trance. Kent u dit soort momenten van euforie tijdens het schrijfproces?
Tijdens het schrijfproces van ‘Euforie’ waren dat soort momenten zeldzaam. Ik was bang, had voortdurend het gevoel dat ik faalde. Tijdens het schrijven van mijn drie eerste boeken kende ik het wel, af en toe. Het moment waarop de drie dat nieuwe inzicht kregen was de lastigste scène om te schrijven. In mijn hoofd klopte het, maar de woorden landden dood op papier. Dit was de climax van de roman, alles wat voorafging leidde tot dit moment. Ik had plankenkoorts, dat waren zware weken.
Zijn er vergelijkingen tussen het werk van een romanschrijver en een antropoloog?
Ik denk dat ze bijna hetzelfde doen. Romans gaan over het individuele leven, maar ze gaan ook over groepen en systemen. Mijn eerdere werk gaat over familie, dat is het systeem dat ik wilde verkennen. Families zijn vergelijkbaar met stammen, ze hebben hun eigen regels en zeden. Mijn ouders scheidden toen ik tien was, mijn vader hertrouwde twee keer, mijn moeder een keer. Toen ik zeventien was, had ik dus vier families en die observeerde ik als schrijver in de notendop. We woonden allemaal in Manchester Massachussetts en moesten het met elkaar zien te stellen. Ik ging schrijven om mijn leven binnen die structuren te begrijpen. Mead had een heel andere persoonlijkheid dan ik, maar één ding hebben we gemeen: zij wou het leven van die stammen vastleggen op papier, ik wil de wereld beschrijven zoals ik hem zie.
****
Lily King – Euforie – vertaald door Wim Scherpenisse en Mieke Trouw – Hollands Diep – 303 blz.
Recensie:
Nell Stone en Schuyler Fenwick zijn bijna twee jaar getrouwd wanneer ze Andrew Bankson ontmoeten, die antropologisch onderzoek doet bij de Sepik, de beroemdste rivier in Nieuw-Guinea. Bankson is eenzaam en hoopt dat het antropologenechtpaar een stam in de buurt wil bestuderen. En zo geschiedde.
‘Euforie’, de vierde roman van de Amerikaanse Lily King, is gebaseerd op het leven van Margaret Mead, al maakt de schrijfster er haar eigen verhaal van. Stone, zoals Mead heet in de roman, is een feministe avant-la-lettre, een voorstander van totale seksuele vrijheid. Werk betekent alles voor haar, ze gaat er net zo in op als in haar relaties. Bankson wordt verliefd op Stone en aanvankelijk ook een beetje op Fenwick. King weet de spanningen haarscherp in woorden te vatten. Ze geeft je het gevoel dat je je met de drie in de jungle bevindt. ‘Euforie’ is een gecondenseerde roman en toch zit er veel in. Het is ondermeer een verhaal over wetenschap en ontdekkingen, over kolonisatie en macht, over seksuele aantrekking. King voorziet net genoeg informatie over de stammen, over hoe ze aankijken tegen opvoeden, leven, liefde en dood. Dit is een boek om te lezen en te herlezen. ‘Euforie’ is nu al een klassieker. (KM)