Patrick deWitt – Afwassingen– Aantekeningen voor een roman (De Standaard)

Dromers en zuipschuiten
De bar heeft het interieur van een oceaanstomer uit de vorige eeuw, de klanten zien er een pak minder elegant uit. In ‘Afwassingen’ van Patrick deWitt geurt het naar verschraald bier en ongewassen lijven.
Kathy Mathys
Voor hij op de shortlist van de Man Booker Prize stond met ‘De gebroeders Sisters’ schreef Patrick deWitt  ‘Afwassingen’, zijn debuut. Het is een zwalpgang van jewelste, alsof er alcoholzweet uit de poriën van het boek walmt. ‘Aantekeningen voor een roman‘ luidt de ondertitel en het hoofdpersonage lijkt inderdaad anekdotes te verzamelen voor een verhaal. Toch is de structuur hechter dan deze aanpak doet vermoeden.
De naamloze barman, tevens verteller, is geen buitenstaander, hoezeer hij dat ook zou willen. In het begin van de roman heeft hij nog interesse voor de zuipschuiten die de Hollywoodkroeg waar hij werkt, aandoen. Die interesse bevriest snel en de stinkende, brallende nachtbrakers krijgen steeds meer monsterlijke contouren in zijn ogen. Bijna alle scènes spelen in de bar waar zij die dromen van Hollywoodroem en zij die diezelfde dromen wegdrinken, elkaar ontmoeten of ontwijken, betasten of naar de keel vliegen.
Onsmakelijke details
‘Vertel over… ‘, zo begint deWitt zijn korte portretten van de tooghangers, waarvan sommigen eenmalig passeren, anderen vaker. Er is de kindster met babyface, de bedrijfsleider, Simon, die droomt van een Hollywoodcarrière en zwaar verslaafd is aan coke. Merlin, een zeventigjarige zelfverklaarde ziener, voorspelt de dood van Simon en ontketent daarmee een van de brutaalste en meest gewelddadige scènes in dit boek dat veel onsmakelijkheden bevat – bloed, kots, slijm.
De barman ziet in de ogen van de klanten ‘niets dan een wrokkige gulzigheid’. Hij walgt zowel van de anderen als van zichzelf, van zijn leugenachtigheid, zijn verslaving aan whisky. Hij leert de aspirines waarmee hij zijn katers bestrijdt te verbergen voor zijn vrouw, leert geluidloos te kotsen.
Geschreven in de jij-vorm en in een lyrische taal is dit een roman waarvan de taal in het oog springt. ‘Zijn tong rolt als een tentakel uit zijn mond, tussen de vuile, paarse gordijnen van zijn tandvlees ‘schrijft deWitt over een van de vaste klanten. Of over de dronkaards die samen een lied zingen, schrijft hij dat ze zingen ‘met de stem van een reus op de vlucht ‘.
Deze afdaling in de Hollywoodhel is niet op elke bladzijde even beklijvend en origineel. Toch is dit een opmerkelijk debuut. Zonder dat deWitt een geforceerde plot uitstippelt, zit er toch beweging in dit boek. Je leert weinig of niets over de kindertijd van de verteller en dat stoort niet. Hollywood is nu eenmaal een oord waar het niet van belang is waar je vandaan komt of wat je hebt gedaan. De humor en melancholie, kenmerkend voor zijn tweede boek, vind je hier ook. ‘Afwassingen’ is wel een pak rauwer dan ‘De gebroeders Sisters’.
***
Patrick deWitt – Afwassingen– Aantekeningen voor een roman – vertaald door Saskia van der Lingen en Caroline Meijer – Nijgh & Van Ditmar – oorspronkelijke titel: Ablutions – Notes for a Novel – 18.95 €.

Eerste zin: ‘Vertel over de stamgasten. Als lelijke vogels zitten ze in elkaar gedoken op een rijtje, hun ogen nat van alcohol.’