Reif Larsen – De verzamelde werken van T.S. Spivet (De Standaard)


Vlindernet en sterrenkijker

Reif Larsen bezorgt ons met zijn gehypete debuut een excentriek en kleurrijk verhaal over koeiendrijvers, malariamugwetenschappers en het oprukkende creationisme. De grappige tekeningen krijgt u er gratis bij.

Kathy Mathys

Met zijn gepolijste, tijdloze look ziet Reif Larsen eruit als een CEO bij Disney, niet als een schrijver. Of hij effectief over een zakeninstinct beschikt, is onbekend. Wél slaagde hij erin om het meest besproken boek van deze zomer op de markt te gooien. Larsens schitterend geïllustreerde avonturenverhaal kreeg niets dan honingzoete lof in Angelsaksische contreien. Volgens Stephen King zullen weinigen al eerder zo een leeservaring hebben gehad. Zonder de feestballonnen meteen te doorprikken, dient het gezegd dat de huivermeester overdrijft. De eerste helft van ‘De verzamelde werken van T.S. Spivet’ biedt inderdaad onversneden leesplezier. De setting spreekt tot de verbeelding. De verteller neemt je moeiteloos bij de hand en je komt ogen te kort om alle kantlijntekeningen en –notities te bekijken. Jammer genoeg blijft je hart niet vrolijk verder galopperen en steekt de verveling halfweg de rit de kop op.

Tecumseh Spreeuw Spivet is een twaalfjarig genie met een passie voor kaarten en diagrammen. In zijn notitieboeken tekent hij zowel de reukharen van de malariamug als kaalheidspatronen bij mannen. Ondanks zijn wetenschappelijke branie blijft hij een jongetje met een irrationele angst voor pap en een neiging tot bedwateren. T.S. woont samen met zijn zus en ouders op een ranch in de staat Montana. Zijn vader is een echte cowboy die op cinematografisch verantwoorde manier in aluminium blikken kan spuwen. Moederlief is een wereldvreemde wetenschapster die al jaren op zoek is naar de zeldzame tijgermonnikskever. T.S. wint een belangrijke wetenschapsprijs, uitgereikt door het vermaarde Smithsonian Instituut in Washington. De bekroners weten echter niet dat T.S. een kind is. De twaalfjarige verlaat de ouderlijke ranch en reist als verstekeling per trein van Oost naar West.

‘Ik zou mezelf een geheel nieuwe identiteit kunnen aanmeten, een nieuw kapsel kunnen kiezen,’ schrijft T.S. Hij is een op moderne leest geschoeide pionier. Dat is niet verwonderlijk in dit ouderwets aandoende avonturenverhaal over de mythe van de Far West en over empirische wetenschappers die met vlindernet en sterrenkijker onbekend terrein verkennen. T.S. houdt van muffe archieven en handgemaakte landkaarten. Je kan je hem niet voorstellen in de buurt van een computer. Larsen, die eerder documentaires en films maakte, heeft duidelijk een zwak voor 19de-eeuwse wetenschap en stevige verhalen zoals ‘Moby Dick’. Toch heeft zijn debuut een erg hedendaags tintje. Hij verwijst naar het in de V.S. oprukkende creationisme.

T.S. is een gevatte, praatgrage verteller in wiens hoofd het nooit stil wordt. Hij beweert dat hij niet houdt van literatuur, maar bezondigt zich aan barokke beschrijvingen van saliestruiken en waterscheidingen. Zijn notities en tekeningen – allen gemaakt door Larsen – staan in de kantlijnen van het boek en mag je in geen geval overslaan. Ze zijn vaak grappiger dan het hoofdverhaal zelf. T.S. heeft het onder andere over de geschiedenis van het telefoonsnoer en over de uitgestorven reuzenluiaard. Hij maakt ‘geluidstekeningen’ van Brahms’ muziek en anatomische schetsen van zijn moeders’ vingerkootjes. T.S.’ wondere kijk op de dingen vormt het hart van deze roman. Het avonturenverhaal is mager, zelf een tikkeltje saai. In de tweede helft voelt het hoofd van T.S. te claustrofobisch aan en snak je naar eindbestemming Washington.

**

Reif Larsen, De verzamelde werken van T.S. Spivet, Ailantus, Amsterdam, 381 blz. Oorspronkelijke titel: The Selected Works of T.S. Spivet.