Toni Morrison obit (De Standaard)

Toni Morrison’s novels include BelovedThe Bluest Eye and Song of Solomon. She won the Nobel Prize for literature in 19

Door de zwartste ogen

Lees hier de krantenversie: Toni Morrison obit 1Toni Morrison obit 2

 

Kathy Mathys

 

Iedereen die haar ontmoette, was onder de indruk van Toni Morrisons présence, van het zilvergrijze gevlekte haar, de statige postuur, de indringende blik: keer op keer worden ze vermeld in interviews met de Amerikaanse schrijfster. Ze had een intimiderende en theatrale manier van doen wanneer ze ‘Toni’ speelde, iets van een diva. Enkel intimi kenden Chloe Ardelia Wofford, zoals haar ouders haar noemden bij geboorte. Op haar twaalfde werd ze gedoopt en kreeg ze de naam Anthony – naar St. Anthony – of kortweg Toni. Morrison is de naam van de man die ze huwde in 1958 om vervolgens in 1964 van hem te scheiden.

Morrison werd geboren in 1931 en groeide op in Lorain, in de Amerikaanse midwest in een gezin met vier kinderen. Haar vader was Georgia ontvlucht en naar Ohio getrokken. Hij werd lasser op een scheepswerf in Lorain en haatte de blanken. Morrisons moeder had een meer open karakter dan haar vader, Morrison omschreef haar als een voorzichtige optimist. De buren van de Morrisons waren met name blanke immigranten uit Europa: Spanjaarden, Polen. De familie werd vaak uitgezet door huisbazen, iets waar Morrison een levenslang trauma aan zou overhouden.

Als kind las ze Lev Tolstoj en Jane Austen. Haar vader vertelde spookverhalen, die haar schrijversgeest zouden stimuleren en hij kwam ook aanzetten met autobiografische vertellingen over Georgia waar hij als veertienjarige getuige was van een lynchpartij. Hij portretteerde zijn geboortestaat als een onrechtvaardige plek met aparte drinkfonteinen voor blanken en zwarten.

Op de middelbare school was er slechts één andere zwarte leerling en het was pas aan Howard, een voornamelijk zwarte universiteit in Washington DC, dat Morrison de verhalen van haar vader ten volle begon te begrijpen. Op de campus en in de stad heerste er segregatie.

Morrison studeerde verder aan Cornell, waar ze een proefschrift schreef over zelfmoord in het werk van Virginia Woolf en William Faulkner, twee auteurs met wie ze op stilistisch vlak affiniteit voelde. In 1958 huwde ze Harold Morrison, een activist. Het paar kreeg twee kinderen. Ze is na haar echtscheiding nooit hertrouwd.

 

Prijzen

 

Pas in 1970 publiceerde Morrison haar eerste roman, ‘Het blauwste oog’. Ze werkte jarenlang als uitgever voor het gerenommeerde Random House. Pas toen ze begon aan haar roman ‘Beminde’, die een succes zou worden in 1987, gaf ze haar vaste baan op. Als uitgever speelde ze een cruciale rol in de verspreiding van zwarte literatuur bij een groter publiek.

Morrison werkte hard, ze was een alleenstaande moeder die om vier uur ’s nachts opstond om te schrijven. Het liefst deed ze dat met potlood. Ze zette zwarte koffie en hield ervan om het licht te zien worden. Zelfs nadat ze erg succesvol werd, bleef ze het schrijven combineren met andere banen. Ze gaf creatief schrijven aan verschillende universiteiten, onder meer aan Princeton en Howard.

Haar debuutroman, die door twaalf uitgevers werd geweigerd, wierp meteen een licht op de thema’s die Morrison haar leven lang zou verkennen. ‘Het blauwste oog’ gaat over een zwart meisje dat het gevoel heeft dat ze lelijk is. Ze bidt om een paar blauwe ogen.

Morrison kaartte moeilijke thema’s aan in haar werk: incest, misbruik, slavernij, de zwarte geschiedenis van Amerika. Ze schreef over moordzuchtige moeders en overrompelende liefde. Haar interesse ging uit naar de manier waarop de geschiedenis een afdruk laat in het heden. Haar personages waren niet zelden vergeten door de officiële geschiedschrijving. Morrison gaf een gezicht aan Amerika’s zwarte bevolking in verhalen die zich vaak afspeelden in fictieve varianten van Lorain.

Met haar derde roman ‘Het lied van Solomon’ trok de schrijfster de aandacht van de nationale pers. Ze won de National Book Critics Circle Award voor het boek, een van de talloze prijzen die haar toebedeeld zouden worden. Behalve de National book Award en de Pulitzer Prize kreeg ze ook de Nobelprijs voor literatuur, in 1993, en de Presidential Medal of Freedom. In 2016 nog kreeg ze de Pen/Saul Bellow Award voor haar bijdrage aan de Amerikaanse literatuur.

 

Lyrisch

 

In een interview met de Paris Review verklaarde Morrison dat ze er een hekel aan had om een poëtisch schrijver te worden genoemd. Zelf beweerde ze niet meer dan trouw te zijn aan de stem van haar personages. Morrison schreef verhalen met heroïsche, getormenteerde personages. Ze bedreef een mengvorm van realisme en mythologie. Dat leverde literatuur op die door critici werd bestempeld als lyrisch en complex.

Morrison toonde ons de wereld door de ogen van zwarte personages, velen van hen waren vrouwen. De schrijfster kon zich wel vinden in het etiket van black woman writer. Voor politiek had ze naar eigen zeggen geen talent. Toch hebben haar verhalen onvermijdelijk een politieke lading, al kan je Morrison nooit betrappen op een simplistische boodschap. Haar poëtica is te complex.

Behalve fictie schreef ze essays en opiniestukken. Ze sprak haar mening uit. Over Bill Clinton zei ze dat hij ‘onze eerste zwarte president’ was. In 2008 steunde ze Barak Obama, al had ze ook veel respect voor Hillary Clinton. Ze was aanwezig bij de inauguratie van Obama en voelde zich voor het eerst in haar leven ‘een echte Amerikaan’.

Recente schietpartijen waarbij zwarten gedood werden door blanke politieofficiers brachten herinneringen aan haar kinderjaren naar boven. Ook in haar omgeving hadden jongeren last van politiepesterijen. Na de moord op Trayvon Martin in 2012 in Florida sprak ze zich uit tegen het politiegeweld door blanken.

Toen Donald Trump werd verkozen, schreef Morrison een essay voor de New Yorker, ‘Mourning for Whiteness’, waarin ze de triomf van Trump toeschrijft aan de angst van blanken die de rolverdeling tussen blanken en niet-blanken in hun land zien veranderen.

In interviews verklaarde Morrison meer dan eens dat ze het belangrijk vond om een ‘Afro-Amerikaans’ schrijver genoemd te worden. Toch hoopte ze op een breed publiek en dat kreeg ze ook. Ze werd wereldwijd een succesvol auteur die zowel goed verkocht als bijval oogstte bij critici. Ze had een voorbeeldfunctie voor niet-blanke auteurs. Auteur Junot Díaz verklaarde dat zijn leven veranderde toen Toni Morrison op de cover stond van Time Magazine.

Toni Morrison schreef, naast haar romans, ook voor het theater en samen met haar inmiddels overleden zoon, Slade, schreef ze enkele kinderboeken. Ze schreef bijna uitsluitend historische romans, al veranderde dat tijdens haar laatste jaren. ‘Thuis’ speelt ten tijde van de Koreaanse oorlog en ‘God sta het kind bij’ is een hedendaagse roman.  De schrijfster is 88 jaar geworden.

 

 

 

Quotes:

 

Over het ochtendlijke schrijven: ‘Ik ben niet erg bij de pinken of erg gevat of vindingrijk na zonsondergang.’

 

Over de verhouding van zwarten en blanken in Amerika: ‘Ik wil een politieman een ongewapende blanke in de rug zien schieten (…) En ik wil meemaken dat een blanke veroordeeld wordt voor de verkrachting van een zwarte vrouw. Wanneer je me dan vraagt ‘Is het voorbij?’, dan zal ik “ja” zeggen.’

 

Toni Morrison in 5 boeken:

 

1) Sula

Deze roman gaat over twee vrouwen die opgroeien in een dorpje in Ohio. De ene blijft er wonen en zet zich in voor de zwarte gemeenschap, de andere trekt naar de grootstad om er te studeren. Morrison vertelde over deze vroege roman dat ze hier haar stem vond.

 

2) Het lied van Solomon

In deze roman lezen we over het leven van een zwarte man die opgroeit in Michigan. Hij reist vanuit het noorden naar het zuiden van de Verenigde Staten. Morrison hoorde haar vaders stem toen ze het boek schreef, zo zou ze later getuigen over de eerste roman die haar een nationaal succes en een grote prijs opleverde.

 

3) Beminde

In deze historische roman voert Morrison een vrouw op, Sethe, die, aan het eind van het slavernijtijdperk, haar baby vermoordt. Morrisons beroemdste boek kreeg de Pulitzer Prize in 1988. De schrijfster gebruikte een donker palet. Enkel de scènes over Sethes kindertijd dragen wat kleur in zich. Morrison baseerde zich op het waargebeurde verhaal van Margaret Garner, een ontsnapte slaaf die nog liever haar kind vermoordde dan dat ze terug slaaf werd. Later schreef Morrison het libretto voor de opera rond dezelfde personages.

 

4) Jazz

Deze roman speelt in de New Yorkse wijk Harlem tijdens de jaren 1920. Net zoals vele van Morrisons romans gaat de schrijfster terug in de tijd. Grote delen van deze dunne roman spelen in het midden van de negentiende eeuw, in het zuiden van de Verenigde Staten. Samen met ‘Beminde’ en ‘Paradijs’ vormt ‘Jazz’ een trilogie over de Afro-Amerikaanse geschiedenis. De stijl van deze roman wordt al aangekondigd in de titel. De personages improviseren als jazzmusici tijdens hun monologen die variëren van ingetogen en droef tot uitbundig en ophitsend.

 

5) Paradijs

In elk van de acht hoofdstukken van deze roman neemt een vrouwelijk personage het woord. Ze vertellen over het leven in Ruby, een fictieve zwarte stad, gesticht na het einde van de slavernij. Paradijselijk is het er niet, mensen worden er behandeld naargelang de gradatie van hun zwartheid. ‘Paradijs’ is een scherpe verkenning van thema’s als religie en ras in Amerika.