Vertellen en vertonen (Schrijven magazine)

Laat het zien: over vertonen en vertellen

 

In de cursus ‘Basis creatief schrijven’ komen de belangrijkste aspecten van het schrijven aan bod. Deze nieuwe reeks maakt een dure schrijfopleiding overbodig. In de derde les leert Kathy Mathys je het verschil tussen vertonen en vertellen.

 

  1. Opwarming

 

Welkom bij deze basisopleiding creatief schrijven. In de loop van de komende maanden zullen we aandacht besteden aan de technische kneepjes van het vak. Wie geen schrijfervaring heeft, kan gewoon meedoen, maar ook voor ervaren schrijvers vormen deze lessen een fijne opfrisser. Laten we de schrijfspieren losmaken met twee oefeningen:

 

– Noteer gedurende 5 dagen (of langer als het je bevalt) iets wat je hoort, iets wat je ziet, iets wat je ruikt, iets wat je proeft en iets wat je voelt (textuur). Je noteert dus dagelijks 5 verschillende zintuiglijke observaties. Wees zo specifiek mogelijk in de omschrijving van de sensaties. Je kan de oefening uitbreiden door aan elke observatie een herinnering toe te voegen.

 

– Maak een lijst van je angsten. Enkel opsommen is voldoende, je hoeft geen uitleg te geven. Kies nu 1 angst en schrijf er 15 minuten over. Zet je kookwekker en ga freewriten. Je gaat dus schrijven zonder op te houden en zonder aandacht te besteden aan de vraag of je zinnen goed lopen, of de grammatica en de leestekens kloppen. Schrijf gewoon door.

 

  1. Emoties suggereren

 

Show, don’t tell: misschien heb je deze raadgeving al eens gehoord. Het is een van de beroemdste schrijfdeviezen. De negentiende-eeuwse auteur Henry James zou deze gevleugelde woorden voor het eerst hebben uitgesproken. Wat betekent het nu eigenlijk?

In het Nederlands zeggen we ‘Laat het zien, vertel het niet’ of ‘Vertel niet, maar vertoon’. In deze les ontdekken we wat vertonen en vertellen precies inhouden en wanneer je beter kan kiezen voor het één dan wel voor het ander.

 

De Amerikaanse dichter Allen Ginsberg zou ooit hebben gezegd: ‘Nobody wants to hear about your feelings, darling, tell me what you see.’

Kijken dus, werken met de zintuigen, ik ben er niet toevallig mee begonnen in de opwarming. In een typische beginnertekst staat het vol met woorden die een emotie of een sfeer letterlijk benoemen: gezellig, mooi, heftig, verdrietig, woedend.

Laat liever die woede zien, zonder het woord ‘woede’ te gebruiken, vraag ik dan. Misschien laat je personage de deur met een knal dichtvallen of verheft het zijn stem. In de volgende oefening ga je een emotie suggereren zonder die te benoemen. Je doet dit door gebruik te maken van geuren, geluiden, beelden.

 

Oefening 1:

 

Voor deze oefening vertrekken we vanuit jouw herinneringen.

De Amerikaan Joe Brainard is de schrijver van het boek I Remember. Hij schreef zijn herinneringen neer en begon elke zin met de woorden uit de titel. Een fragment:

 

I remember cold mud between your toes, under warm brown water.

I remember trying to put on a not quite dry bathing suit. (Ugh.)

I remember red fingers from eating pistachio nuts.

I remember black tongues from eating licorice.

 

Uit de ene herinnering kwam meteen een volgende voort. Probeer dit nu zelf. Zet je kookwekker op 10 minuten en ga schrijven. Begin elke zin met ‘Ik herinner me’.

 

Kies nu 1 zin (= 1 herinnering) uit waar je uitgebreider over wil gaan schrijven. Probeer de herinnering in detail uit te schrijven zonder je gevoel te benoemen. Uiteraard hoef je je niet te beperken tot de inhoud van die ene zin.

Je gaat niet vertellen over vroeger, je laat ons je verleden zien. Je gaat schrijven vanuit de persoon die je toen was. Je doet dit door de tegenwoordige tijd te gebruiken. Gebruik al je zintuigen en ga 10 minuten schrijven. Lukt het je om sfeer en emotie te suggereren zonder ze te benoemen?

 

 

Show, don’t tell betekent schrijven over wat zichtbaar en tastbaar is. Het is de ultieme manier om het te hebben over wat juist ontastbaar is, onzichtbaar of abstract. Schrijfcoach Natalie Goldberg noemt schrijven terecht een visuele kunst.

 

Oefening 2:

 

Ga naar een plek waar je mensen kan observeren. Noteer je observaties. Beschrijf nu een persoon zonder prijs te geven hoe deze persoon zich volgens jou voelt, zonder de sfeer letterlijk te benoemen.

 

Oefening 3:

 

Kies een personage dat je goed kent, bijvoorbeeld uit een serie of een boek. Denk aan Harry Potter, Sherlock Holmes, Jane Eyre… Maar het mag ook een personage zijn dat niet zo beroemd is. Zolang jij het personage maar kent, is het prima.

Laat hem of haar iets ontdekken wat een emotie oproept (je verzint dus een nieuw verhaal voor dit bekende personage).

Wat ontdekt je personage?

Welke emotie roept het op?

Schrijf nu een fragment en laat zien dat je personage deze ontdekking doet. Benoem de emotie niet.

 

  1. Als in een film

 

Zoals bovenstaande oefeningen laten zien, kan je ‘vertonen’ definiëren als het laten zien zonder rechtstreeks te benoemen.

Laten we er nog een andere omschrijving bijnemen. Soms wordt vertonen/showing omschreven als het schrijven van een scène. Ben je aan het vertellen/telling, dan vat je de gebeurtenissen juist samen.

 

Lees onderstaande voorbeelden uit de historische roman Een kwestie van hoffelijkheid van Amor Towles. Welke van de 2 leest als een scène uit een film?

 

Wie in New York over straat loopt, neemt bijna als vanzelf aan dat de betoverendste vrouwen vanuit Parijs of Milaan naar de stad zijn gevlogen, maar zij zijn veruit in de minderheid. Er zijn er veel meer afkomstig uit de stoere staten die met een I beginnen, zoals Iowa, Indiana en Illinois. Opgegroeid met precies de juiste doses frisse lucht, stoeipartijen en onwetendheid duiken deze onvervalste blondines als levend sterrenlicht op vanuit de maïsvelden. In het vroege voorjaar springt er elke ochtend weer een van de veranda met in de hand een met plasticfolie omwikkelde boterham, klaar om de eerste de beste Greyhound aan te houden.

 

Vanuit het niets verscheen een ambulance. Twee jonge mannen in witte jassen doken op met een brancard. Ze leken afkomstig uit een bioscoopjournaalreportage over de Spaanse Burgeroorlog.

‘Ze leeft nog,’ zei de een tegen de ander.

Ze tilden haar op de brancard.

Haar gezicht was rauw als een stuk vlees.

Ik kon er niets aan doen. Ik moest het hoofd afwenden.

 

In het eerste deel is de schrijver aan het samenvatten, geeft hij achtergrond over hoe het zit met vrouwen die het Amerikaanse Midden-Westen omruilen voor Manhattan.

Merk op dat in het tweede fragment een dramatisch moment verbeeld wordt. Het zou zonde zijn om dit samen te vatten in één zin. Nee, liever laat je de lezer dit beleven als in een film, in real time.

 

Oefening 4:

 

In de vorige oefening heeft je personage iets ontdekt. Je schrijft nu het vervolg op die scène.

Wat gaat je personage doen nu hij of zij deze ontdekking heeft gedaan? Laat je personage in actie treden. Laat hem of haar zien zoals in een film (vertonen).

Eventueel kan je voorafgaand aan deze oefening een zintuigassociatie doen over het fragment dat je gaat schrijven:

 

(naam personage) ziet

(naam personage) hoort

(naam personage) ruikt

(naam personage) proeft

(naam personage) voelt (textuur)

 

  1. Vertellen is niet verkeerd

 

Zoals je aan het vertellende voorbeeld uit de roman van Amor Towles kan zien, is er niets mis met vertellen. Zorg er wel voor dat je vertellende fragmenten niet lezen als een saaie opsomming of als een CV. Wat dacht je bijvoorbeeld van deze zin uit een van de Perry Mason- romans van Erle Stanley Gardner ?

 

Perry Mason, on the other hand, was urbane, fair, logical.

 

Gardner had er beter aangedaan ons te laten zien hoe wellevend, fair en logisch zijn beroemde personage is. Vermijd dus dit soort lijstjes/opsommingen in je teksten.

 

Amor Towles laat zien dat vertellend proza toch boeiend kan zijn. Hoe doet hij dat?

 

– door te zorgen voor details (stoeipartijen, maïsvelden, frisse lucht)

– door beelden te gebruiken (als levend sterrenlicht uit de velden)

– door concrete woorden te gebruiken

– door ruimte te laten voor de verbeelding van de lezer.

 

Zijn tekst leest niet als een lijstje of een saaie opsomming. Hij spreekt geen oordeel uit over zijn personages, hij laat hen enkel zien.

Dankzij de techniek van het vertellen kan je iets samenvatten, kan je iets vertellen over de achtergrond van het verhaal of wat extra uitleg geven over de personages.

 

Oefening 5:

 

Schrijf een vertellend stukje over het personage uit oefeningen 3 en 4. Je wil iets vertellen over de achtergrond van je personage zonder op te sommen. Vermijd het lijstje. Ga juist op zoek naar een andere manier om iets te vertellen over je personage. Denk erom dat je ook in vertellende stukken details en zintuiglijke sensaties kan verwerken. Daardoor komen deze vertellende delen juist tot leven.

 

Vertellen is dus niet verkeerd, maar je moet er wel voor zorgen dat het vertellende stuk levendig is, sprankelend. Wanneer je de lezer zelf laat ontdekken wat voor iemand het personage is, zal de lezer geboeid blijven, veel meer dan wanneer je alles voorkauwt. Een lezer wil een actieve rol krijgen in het leesproces. Hou dit in gedachten wanneer je een vertellend deel inlast in je verhaal.

 

Wanneer je de boeken in je boekenkast openslaat, zal je ontdekken dat schrijvers vertellen en vertonen voortdurend afwisselen. Sommige schrijvers hebben zelfs een voorkeur voor vertellen. Zij zijn echte verhalenvertellers en zorgen ervoor dat hun vertellende proza vol sprekende details en beelden staat.

In de meeste boeken worden vertellen en vertonen afgewisseld. Lees bijvoorbeeld dit fragment uit de roman De consequenties van Niña Weijers:

 

Minnie zat tegenover haar moeder in een groot lunchcafé aan het water. Het was een rumoerige plek met een voorspelbare en te dure kaart, een onuitgesproken interieur en bedienend personeel dat bestellingen invoerde op apparaten die van oogcontact een relikwie uit het verleden hadden gemaakt. Het was hun vaste ontmoetingsplek.

Die ochtend had haar moeder haar in alle vroegte opgebeld. Een zeldzame gebeurtenis, niet alleen vanwege het tijdstip maar ook omdat hun contact voornamelijk verliep er e-mail en erop was gericht zonder al te veel omwegen tot hun driemaandelijkse lunchafspraak te komen, tijdens welke ze elkaar in zo grof mogelijke pennenstreken op de hoogte brachten van de stand van zaken. Haar moeder begreep weinig van Minnies leven en Minnie al net zomin van het hare. Dat twee mensen die zo van elkaar verschilden toch bloedverwanten waren had haar al verbaasd toen ze nog maar een klein meisje was en staarde naar de waardeloze glow-in-the-dark-sterren op haar plafond, zich afvragend of je ook per ongeluk in iemands buik terecht kon komen.

 

In het begin van het fragment lijkt het alsof we in een film zitten. We zien de ruimte die de ontmoetingsplek zal zijn tussen de twee personages. Dan gaat de schrijfster over op een samenvattend stuk waarin ze iets vertelt over de relatie tussen moeder en dochter. Vervolgens zal ze weer overschakelen naar de ontmoetingsplek en gaat de scène verder. Zie je waar vertonen overgaat in vertellen?

 

Eindoefening:

 

Je gaat nu een fragment schrijven waarin je beide technieken combineert. Je mag beginnen met een vertonend fragment en vervolgens overgaan op vertellen of omgekeerd. Je mag een vertonend fragment ook af en toe onderbreken voor een vertellende achtergrondbeschrijving. Alles kan zolang je beide technieken maar aan bod laat komen in je fragment. Denk erom dat vertellende stukken voldoende suggestief dienen te zijn. Eigenlijk zou je zelfs kunnen stellen dat je ook in vertellende stukken iets laat zien/vertoont. Je doet dit door het gebruik van details, beelden en suggesties.

 

 

Kathy Mathys is schrijfster, literair journalist en docent creatief schrijven. www.kathymathys.nl