Vertragen en versnellen (Schrijven Magazine)

Versnellen en vertragen
Wie werkt aan een verhaal heeft het zich vast al afgevraagd: vertel ik voldoende of te weinig? Geef ik deze scène genoeg ruimte of ben ik aan het dralen? Deze vragen hebben te maken met het proces van versnellen en vertragen. Soms volstaat het niet om iets in enkele zinnen te beschrijven. Dan vertraag je. Op zo een moment lijkt het voor de lezer alsof de beelden die hij of zij voor het geestesoog ziet, zich afspelen in slowmotion. Alice Munro vertraagt in haar kortverhaal ‘Japan bereiken’:
‘Op het perron, terwijl hij opkeek naar hun raampje, begon hij te wuiven. Te glimlachen en te wuiven. De glimlach voor Katy was breed en zonnig, zonder een spoor van twijfel, alsof hij geloofde dat ze altijd een wonder voor hem zou blijven en hij voor haar. Uit de glimlach voor zijn vrouw sprak hoop en vertrouwen, vermengd met een zekere vastberadenheid. Iets wat niet eenvoudig onder woorden gebracht kon worden en misschien ook nooit zou worden uitgesproken.’
Veel gebeurt er niet. Een man zwaait vrouw en dochter uit, er wordt geglimlacht. Door in te zoemen zet Munro onze aandacht op scherp. In die luttele regels ligt het hele verhaal besloten, zo blijkt wanneer je het uit hebt. Je vertraagt dus op belangwekkende momenten, wanneer je de volle aandacht van je lezer verlangt.
De overleden John Williams deed net het omgekeerde in zijn roman ‘Stoner’. Zo begint het 16e hoofdstuk:
‘ De oorlogsjaren voegden zich als in een waas aaneen, en Stoner onderging ze zoals hij een hevige en bijna onverdraaglijke storm zou hebben ondergaan, met zijn hoofd omlaag, zijn jas dicht, zijn gedachten gericht op de volgende stap en de volgende en de volgende. Maar ondanks zijn stoïcijnse uithoudingsvermogen en de manier waarop hij onverstoorbaar de dagen en weken doorkwam, was hij een hevig verscheurd man.’
Williams vat de jaren samen in enkele regels, waarbij hij specifieke beelden en details gebruikt. Stoner biedt de storm het hoofd. Hij lijkt volhardend maar onder de taaie korst klopt een lijdend hart.
Hoe weet je nu bij welke scène je best vertraagt of versnelt? Tijdens de eerste schrijfronde weet je dit meestal niet. Het tempo krijgt meer aandacht bij het herschrijven. De Amerikaanse auteur Vendela Vida schrijft nooit over de stad waar ze woont want ze vreest dat elk detail dat ze ziet op straat in haar boek zou terechtkomen. Zo krijg je een roman als een vuilnisemmer, aldus Vida. Het verhaal zou niet strak genoeg zijn, te kabbelend, te traag. Traagheid is niet verkeerd maar een afwisseling van traag en snel komt de tekst bijna altijd ten goede. Anderzijds is niets zo vervelend als een achtbaanrit zonder rustpunten. Besteed, tijdens het herschrijven, aandacht aan het tempo van je verhaal. Bekijk de tekst met koude ogen, weken of maanden nadat je de laatste zin schreef. Laat hem lezen aan een ander die aangeeft waar het te snel gaat, waar te traag.
Tip: Schrijf je een spannend verhaal waarin je toewerkt naar een climax, geef die climax dan ook voldoende ruimte. Niets is zo ontgoochelend als een verhaal dat eindigt met een sisser.
Tip: Op emotionele momenten hoef je niet altijd te vertragen. Soms kan versnelling juist goed werken. Denk maar aan een verhaal als ‘Twee Cowboys’ van Annie Proulx waarin de meest hartverscheurende gebeurtenissen in één of twee regels worden afgehandeld. Het onuitgesprokene komt des te harder aan bij de lezer.
Tip: Maak je tijdens de eerste schrijfronde geen zorgen over het tempo. Schrijf ongeremd. Dosering komt later wel.
Kathy Mathys