Zintuiglijk schrijven met specifieke details (Schrijven Magazine)

Zintuiglijk schrijven met specifieke details

 

In de cursus ‘Basis creatief schrijven’ komen de belangrijkste aspecten van het schrijven aan bod. Deze nieuwe reeks maakt een dure schrijfopleiding overbodig. In de eerste les heeft Kathy Mathys het over zintuiglijk schrijven en over de keuze voor specifieke details.

 

  1. Opwarming

 

Welkom bij deze basisopleiding creatief schrijven. In de loop van de komende maanden zullen we aandacht besteden aan de technische kneepjes van het vak. Wie geen schrijfervaring heeft, kan gewoon meedoen, maar ook voor ervaren schrijvers vormen deze lessen een fijne opfrisser. Laten we beginnen met enkele losse oefeningen:

 

Beschrijf het laatste maal dat je hebt gegeten. Wees zo precies mogelijk. 100 woorden.

 

De Canadese schrijfster Margaret Atwood heeft schrijven ooit ‘worstelen met een glibberig varken in het donker’ genoemd. Hoe denk jij over schrijven? Beantwoord de volgende vragen:

 

– Wat betekent schrijven voor jou?

– Waarom doe je het?

– Welke schrijfrituelen heb je?

– Is er iets wat je graag zou schrijven als je de moed ervoor vond?

– Welk aspect van schrijven vind je lastig? Welk aspect vind je juist leuk?

 

  1. Zintuiglijk schrijven

 

Lezen en schrijven doen we met behulp van ons brein, maar we leven ook via ons lichaam, al durven we dat soms te vergeten. Stel je de volgende situatie voor: je hebt twee uur lang zitten schrijven zonder te pauzeren. Je begint je onderrug te voelen en staat op. Je benen zijn stijf, je rekt je uit. Je doet de deur open. De wind ritselt door de bladeren, je ruikt de geur van barbecue. Je loopt het tuinpad af en ziet dat de appels rijp zijn. Even proeven.

Zoals je kan opmaken uit de bovenstaande beschrijving ervaren we de wereld via onze zintuigen. Ook voor schrijvers zijn zintuigen belangrijk. Om de belevenissen van je personages over te brengen moet je, bijna als een acteur, in hun lichamen kruipen. Barbara Turner-Vesselago verwoordt het in Writing Without a Parachute zo: ‘Het is belangrijk om de wereld waarover je schrijft met je hele lichaam te voelen. Vertraag en stel je open voor deze wereld terwijl je schrijft.’

Beginnende schrijvers durven te vergeten dat hun personages lichamen hebben. Ze laten het personage op straat lopen en nadenken over allerlei zaken. De lezer heeft geen idee hoe de omgeving eruit ziet, welke kleuren en geuren het personage omringen. Immers, de schrijver geeft enkel de gedachten neergeschreven. Nochtans is er een wisselwerking tussen onze omgeving en onze gedachten. We zien de M van McDonald’s en denken aan een kinderfeestje waarop de hamburgers mislukt waren. Dankzij het gebruik van zintuiglijke details wordt je personage geen ‘wandelend brein’, wel iemand die de wereld ervaart. Of zoals de schrijfster van korte verhalen Flannery O’Connor het mooi verwoordde: ‘Fictie begint waar menselijke kennis begint – met de zintuigen.’

Laten we het schrijven over personages nog even uitstellen en beginnen met het eigen leven.

 

Oefening 1:

Neem een kookwekker en zet de timer op 5 minuten (je kan ook de timer op je telefoon gebruiken). Je gaat 5 minuten schrijven over de volgende onderwerpen:

 

– een geluid uit je kindertijd

– een geur die je nooit meer zal vergeten

– een geslaagd of mislukt feest

 

Je hoeft geen nette tekst met volzinnen te maken. De bedoeling is juist dat je gaat freewriten. Dit wil zeggen: je plaatst je pen op het blad en schrijft door zonder te stoppen. Als je even geen inspiratie hebt, schrijf je ‘geen inspiratie’ of iets dergelijks. Door op deze manier zinnen, woordgroepen en flarden te verzamelen, ga je vanzelf associëren en blijft de innerlijke criticus aan de zijlijn. Dat is de stem in je hoofd die kritiek levert op wat je neerschrijft. Deze freewrite-techniek is ideaal om op gang te komen.

 

 

Oefening 2:

 

Herlees je freewrite over een geslaagd of mislukt feest. Vul nu voorbeelden uit je tekst aan bij elk zintuig.

 

– geur:

– smaak:

– tastzin:

– zicht:

– gehoor:

 

Heb je een van de zintuigen niet gebruikt? Kan je alsnog een detail aanvullen voor het ongebruikte zintuig?

 

Oefening 3:

 

Pel een sinaasappel en proef. Schrijf zo precies mogelijk je zintuiglijke ervaring neer.

 

– Ik proef

– Ik voel (tastzin)

– Ik hoor

– Ik ruik

– Ik zie

 

Hoe heb je deze oefening ervaren? Met welk zintuig had je het meest moeite?

Misschien was het wel de tastzin of de geur. Diane Ackerman, schrijfster van Reis door het rijk der zinnen. Een cultuurgeschiedenis van onze zintuigen merkt in haar boek op dat ‘wanneer we proberen een geur te beschrijven de woorden ons ontbreken.’

Maak het niet te ingewikkeld. Concreet is beter dan vaag. Misschien ruikt een sinaasappel fris, zoet, naar bloesem. Prima. Je kan vergelijkingen maken, zolang je het tastbaar houdt. Een geslaagd voorbeeld van een schrijfstudent van mij: ‘Het tafeltextiel rook naar oude kasten die zelden open gingen.’ Daar kunnen we ons allemaal iets bij voorstellen.

Probeer vage beschrijvingen als ‘heerlijk dampende schotels’ en clichés als ‘zachte wijn die de tong streelt’ te vermijden.

 

Oefening 4:

 

Smaken en geuren roepen vaak herinneringen op. Ze vormen de toegang tot werelden die we verloren waanden.

– Ga rustig zitten en smeer een boterham met pindakaas, hagelslag of chocopasta. Sluit je ogen en ruik aan het brood. Neem nu een hap en laat de beelden, associaties en herinneringen naar boven komen.

– Open je ogen en schrijf op wat kwam.

Variant: om echt de brug te slaan naar de kindertijd, kan je ook snoep eten die je in geen jaren hebt geproefd of ander typisch eten uit je kinderjaren.

– Schrijf nu een stukje in de ik-vorm over het eten in je kindertijd. Besteed aandacht aan de zintuiglijke details. 300 woorden.

 

Laten we nu de stap zetten van schrijven over jezelf naar schrijven over een personage. Lees onderstaand fragment uit de roman Overal vogelzang van Evie Wyld. Het hoofdpersonage wordt achtervolgd door een man:

 

‘De lucht is hier anders, de zure vleesgeur is verdwenen, en ik hou alle raampjes omlaag gedraaid, ook al beukt de wind tegen mijn oren. Het ruikt niet naar oude ongewassen plekken of naar vet en gebakken ei, maar naar hete bladeren en aarde en asfalt. Ik neem zoveel mogelijk scherpe bochten, en slinger mijn weg door drie of vier stadjes zodat ik hem kan afschudden als hij me achterna komt  (…) Wanneer het begint te voelen alsof de zon mijn oogleden heeft geroosterd en hij in het westen is gaan zakken, rij ik het parkeerterrein van een motel op.’

 

Welke zintuiglijke sensaties heeft de schrijfster gebruikt?

Merk op dat ze geen ingewikkelde constructies gebruikt om geuren te omschrijven.

Je merkt dat Wyld de achtervolging invoelbaar maakt door in te zetten op de zintuigen. Je voelt de hitte van de zon op je oogleden, wanneer je dit leest.

 

Oefening 5:

 

– Ga in een tijdschrift op zoek naar een foto van een onbekend persoon. Dit wordt je personage voor deze schrijfoefening. Beantwoord de volgende vragen vanuit je personage:

 

Hoe heet je?

Wat is je beroep?

Wat is je hobby?

Waar lig je ’s nachts wakker van?

Wat is je grote droom?

Wat is je grote angst?

 

– Laat je personage nu een handeling uitvoeren of stuur haar of hem op pad. Er is geen interactie met andere personen. Gebruik zintuiglijke details in je beschrijving. Schrijf in de eerste persoon. Gebruik dus de ik-vorm. Je vertelt vanuit je personage. 250 woorden.

– Herlees nu je tekst. Heb je voldoende zintuiglijke details gebruikt of juist te veel? Je hoeft niet alle zintuigen in te zetten. Kiest de sterkste zintuiglijke sensaties uit en schrap de rest.

 

Oefening 6:

 

Dankzij het gebruik van zintuiglijke details laat je de lezer dichterbij komen. Je neemt hem of haar serieus. Vergelijk onderstaande zinnen:

 

variant A: Ze is aan het genieten van de zomer.

variant B: De grassprieten kietelen haar vingertoppen. Ze stopt een braam in haar mond. De vrucht smaakt friszuur. In de verte hoort ze een merel fluiten, haar lievelingsvogel.

 

Welke variant is het meest direct?

De tweede zin brengt je dichter bij de ervaring. Door zintuiglijk te schrijven laat je de lezer zelf interpreteren hoe het hoofdpersonage zich voelt. Dat is interessanter voor de lezer. Op die manier kan hij of zij een actieve houding aannemen tijdens het lezen.

 

Herschrijf nu de volgende algemene zinnen op meer zintuiglijke wijze:

 

– Met Kerstmis is het altijd gezellig bij ons thuis.

– Mia heeft zich goed geamuseerd op het bal.

– Wat ziet de tuin er mooi uit!

 

  1. Het specifieke detail

 

In haar beroemde boek Bird by Bird schreef Anne Lamott dat we het wonder van dit leven moeten laten zien in ons werk. Auteur Richard Ford formuleerde het zo: ‘Ik denk dat literatuur ons één ding kan leren. Het kan ons zeggen: geef aandacht.’

We kunnen de lezer aandachtig laten kijken, luisteren, voelen door te vertragen en door een schilderij in woorden te maken. Het is daarbij beter om specifiek te zijn dan vaag. Met name moet we op zoek gaan naar specifieke details.

‘Je hebt nauwelijks iets anders nodig als je de echte details opschrijft, zoals het was en is,’ vindt Natalie Goldberg in Schrijven vanuit je hart.

 

Oefening 7:

 

Laten we nog even freewriten. Zet je kookwekker op 5 minuten en ga schrijven over:

 

– een favoriete oom, tante, neef of nicht

– een geliefd ritueel

– de keuken in je vorige huis

 

Nogmaals, je hoeft geen samenhangende tekst te maken. Laat je maar gaan. Herlees je freewrites wanneer je klaar bent. Waar bleef je te algemeen en zou je tekst baat hebben bij een krachtig detail? Vul aan.

 

In haar boek met leuke schrijfoefeningen Room to Write schrijft Bonni Goldberg: ‘Bij schrijven valt of staat alles met de details (…). Aan de hand van de details kan je het tempo van een passage bepalen door de pauze tussen twee acties te rekken of juist te versnellen.’ Laten we dit even uitproberen in een oefening.

 

Oefening 8:

 

– Maak voor deze oefening gebruik van het personage uit oefening 5.

– Haal een theekop uit je kast en beschrijf hem zo gedetailleerd mogelijk, met verwonderde blik, alsof je nog nooit zoiets hebt gezien.

– Schrijf nu een fragment in de eerste persoon waarin je personage gaat zitten om thee te drinken. Nadien begint hij of zij met een andere activiteit. Experimenteer met de lengte van de beschrijving van de mok/het theedrinken. Kijk hoe deze beschrijving het tempo van de tekst beïnvloedt.

 

In onderstaand fragment uit de roman Het lichaam zwijgt laat Jo Baker de hoofdpersoon per bus van de stad naar het platteland rijden:

 

‘De bus werd halte na halte leger en stiller. We reden een laatste rij twee-onder-een kaphuizen van rode baksteen voorbij, staken het viaduct over de snelweg over en waren op het platteland. Wild groeiend gras, natgeregende schapen, aaneengeregen hoogspanningsmasten, de heuvels als slapende monsters. Geen gekeuvel meer, alleen het flauwe gesis van iemands koptelefoon.’

 

Hoe is het tempo hier?

Je merkt dat de schrijfster best veel details geeft maar dat het tempo niet traag is. De laatste twee zinnen bestaan enkel uit opsommingen. Ze bevatten geen werkwoorden. Daardoor klinken ze vlot en snel.

 

Oefening 9:

 

Kijk opnieuw naar je tekst uit oefening 5. Kan je hem nog sterker maken door de toevoeging van enkele specifieke details?

 

Eindoefening:

 

In deze oefening pas je alles toe wat je in deze les hebt geleerd.

 

– Denk aan een dier dat een bijzondere betekenis voor je heeft. Dat kan een geliefd (huis)dier zijn of juist een dier dat je heel eng vindt. Het kan zelfs een fantasiedier zijn.

– Maak nu een zintuigassociatie rond dit dier:

 

Ik ruik

Ik proef

Ik zie

Ik hoor

Ik voel (tastzin)

 

– Schrijf enkele herinneringen aan dit dier op. Welke associaties roept het op?

– Schrijf nu een fragment waarin je personage uit oefening vijf op wandel is met dit dier of dit dier tegenkomt tijdens de wandeling. Onderweg breekt noodweer uit. Schrijf een fragment waarbij je aandacht besteedt aan het gebruik van de zintuigen en van specifieke details. Let ook op het tempo van de tekst. Je fragment mag 300 woorden tellen. Deel je fragment op het Forum bij de wekelijkse schrijfopdracht.

 

Kathy Mathys is schrijfster, literair journalist en docent creatief schrijven. www.kathymathys.nl