interview Adam Haslett (De Standaard)


Geldkoorts en andere V.S.-ziektes

Adam Haslett mikt erg hoog met zijn debuutroman, ‘Union Atlantic’, waarin hij het morele klimaat in de Verenigde Staten tijdens de voorbije tien jaar verbeeldt. Dankzij de financiële crisis is zijn verhaal eigentijdser dan hij ooit had kunnen vermoeden.

Kathy Mathys

Zijn tongval is onmiskenbaar Amerikaans, zijn verhalen zijn dat ook. Toch heeft Adam Haslett iets Engels. De manier waarop hij zijn bril over zijn neus schuift en zijn woordkeuze geven hem het air van een Oxfordse kamerintellectueel. ‘Mijn vader was Engels,’ vertelt hij, ‘en ik groeide op in New England, toch het stuk van Amerika dat het meest ‘Engels’ is qua sfeer. Je voelt er het verschil tussen de verschillende sociale klassen erg goed. Niet dat je daar elders in de V.S. niets van merkt. Dat Amerika klasseloos zou zijn is een complete mythe. De ideologie van klasseloosheid bedekt de realiteit die de geprivilegieerde bevolking scheidt van de minder fortuinlijken.’

Haslett s verhaal speelt in een landschap dat hij in al zijn intieme details kent. Het fictionele dorpje Finden is een samenvoeging van Wellesley en Kingston, waar Haslett opgroeide. De setting mag dan vertrouwd zijn, de wereld van het bankwezen – zo grondig belicht en becommentarieerd in ‘Union Atlantic” – was dat niet. Haslett heeft een paar vrienden die bij de Federal Reserve in New York werken en die stonden hem wel eens bij. Toch heeft hij het gros van de details uit ‘Union Atlantic’ uit boeken en economische pagina’s in de kranten.

‘Ik ben een echte nieuwsjunk. Ik lees al jaren de beurskaternen en de politieke pagina’s van verschillende kranten. Zelfs als ik geen research moet doen, blader ik meteen naar die onderdelen van de krant. Ik weet wat mensen zullen zeggen, nu ‘Union Atlantic’ verschijnt op het moment van een economische crisis: “Hoe uitgekiend en tendentieus!”. Nochtans schreef ik de eerste pagina’s ruim tien jaar geleden. Ik begon met een scène waarin een topman bij de Federal Reserve nadenkt over de praktijken waarmee hij bezig is. Toen had ik nog geen idee wat ik met dat stukje zou aanvangen. Ik liet het liggen, werkte mijn kortverhalenbundel af en studeerde rechten. Vijf jaar geleden keerde ik terug naar mijn Federal Reserve-man.’

Tijdens de afwerking van zijn roman zag Haslett hoe zijn fictionele verhaal voor een deel werkelijkheid werd: ‘Toen ik het laatste hoofdstuk schreef, viel Lehman Brothers. Ik kon het niet geloven, ik had het gevoel dat mijn hoofd was ontploft. Jarenlang heb ik me zorgen gemaakt over dit boek. Wie zal dit willen lezen?, vroeg ik me af. Zullen mensen de bank- en zakenwereld niet saai vinden? Nu loop ik wel het risico dat mijn boek enkel gezien wordt als ‘de financiële crisis-roman’, terwijl dat toch beperkend is. Ik heb het over de onderlinge relaties tussen media, grote bedrijven en de regering. Die relaties zijn in de V.S. sterk veranderd de voorbije tien jaar. Ik hoop dan ook dat lezers zullen merken dat ‘Union Atlantic’ meer is dan een Wall Street-verhaal.’

Woede en schaamte

Acht jaar geleden liet Adam Haslett voor het eerst van zich horen met de verhalenbundel, ‘Je bent geen vreemde hier’, één van de toppers van het voorbije decennium. De prachtige kortverhalen stonden op de shortlist van de Pulitzer Prize en van de National Book Award. Hasletts roman is dan ook een werkstuk waar letterenland reikhalzend naar heeft uitgekeken. Wie zich Hasletts verhalen over aids, dood, eenzaamheid en de zoektocht naar intimiteit herinnert, zal misschien verbaasd zijn door de politiek-economische thematiek van ‘Union Atlantic’. Toch zit ook ‘Union Atlantic’ vol knappe personages en heeft Haslett het over hun intieme verlangens, dromen en vragen. Union Atlantic is een fictieve bank die in een corruptieschandaal verwikkeld geraakt. Eén van de spelers is Doug, die enkel gedreven wordt door geld- en machtshonger. Hij bouwt een patserige villa naast het oude huis van de bejaarde Charlotte, een voormalige geschiedenislerares, die het gevoel heeft dat het land de afgrond inglijdt. Andere spelers zijn Charlottes broer Henry, topman bij de Federal Reserve, en Nate, een buurtjongen die verliefd wordt op Doug.

‘Ik voelde me erg geïntimideerd door het roman-formaat en wou me hoeden voor een boek dat niet meer is dan een kortverhaal, waar veel lucht in gepompt werd. Daarom heeft ‘Union Atlantic’ een bredere thematiek, al blijven mijn personages en hun innerlijke roerselen het belangrijkst.
Ik wou het morele klimaat in de V.S. tijdens de voorbije tien jaar beschrijven. Onder Bush kregen hyperkapitalisme en militarisme de bovenhand. Die strekking krijgt gestalte in het personage van Doug, die ooit vocht in de Golfoorlog en nu corrupte zaakjes doet bij Union Atlantic. Doug is in essentie iemand die weigert te reflecteren over de dingen die hij doet. Hij wordt gedreven door zijn woede. Hij verbeeldt voor mij veel van wat er fout is met Amerika. Ik vind overigens dat er verbanden zijn tussen de uit zijn voegen gebarsten financiële sector en de militaire wereld. Zowel in de bankwereld als op het wereldtoneel gedraagt de V.S. zich als een olifant in een porseleinwinkel. Die Amerikaanse aanpak maakte me woest, gefrustreerd en beschaamd de voorbije jaren. Ik kan me dan ook nauwelijks voorstellen dat ik een verhaal zou schrijven, waarin Amerika’s aanpak op het wereldtoneel totaal verzwegen wordt. ‘

Anonieme macht

Volgens Haslett is het haast onmogelijk om uit mediaberichten en tv-nieuwsflarden een coherent verhaal te halen: ‘Fictie kan mensen in staat stellen om na te denken over die gecompliceerde thema’s. Ik heb het over anonieme macht en over de impact die ze heeft op kleine mensenlevens. Het is helemaal geen ver-van-mijn-bed-show, dat heeft iedereen inmiddels wel begrepen, denk ik.’

Haslett heeft het over de bazen van Union Atlantic en de Federal Reserve en over de manier waarop zij zichzelf trachten te verantwoorden. Hij klinkt nooit veroordelend en hoopt dan ook dat zijn roman niet enkel kritiek bevat:

‘Ik zie ‘Union Atlantic’ onder andere als een aanvulling op de krantenkoppen. Die hebben het over de topmannen en hun corrupte praktijken. Ik voer heel bewust een personage op als Evelyn, iemand over wie je nooit iets leest. Evelyn is een zwarte vrouw die gevochten heeft voor haar plekje bij de bank. Ze is geen ambtenaar maar ze is ook geen topper. Mensen uit dat middenveld bevinden zich in een complexe morele positie. Ze zijn niet de daadwerkelijke fraudeurs maar ze zijn evenmin totaal onwetend. Hoe nemen ze vrede met zichzelf?, vraag ik me dan af.’

Charlotte is in alle opzichten Dougs tegenpool. Ze heeft ontzag voor geschiedenis en verleden. Ze koestert een liberalistisch gedachtegoed en vindt dat haar leerlingen steeds minder getransformeerd worden door hun scholing.

‘Charlotte staat voor een andere strekking in het Amerika van de voorbije tien jaar, één die onder druk staat en dreigt te verdwijnen: die van het liberalistische denken. Opvoeding en humanisme staan onder zware druk in de V.S.’

In het hoofd van Obama

Haslett heeft veel sympathie voor Obama. Meer nog, net als velen is hij gefascineerd door de persoonlijkheid en het charisma van de V.S.-president. Toch is hij weinig optimistisch over de nieuwe weg die de V.S. sinds Obama’s verkiezing bewandelt:

‘De verrechtsing onder Bush was zo extreem dat we ons met Obama bijna weer in het centrum van de weg bevinden. Ik zou zeker niet over een links of liberalistisch klimaat spreken. Sinds Reagan hebben de commerciële markt en het hyperkapitalisme de bovenhand gekregen in banken, universiteiten en zelfs op regeringsniveau. Dat ging verder onder Clinton en dat zal ook onder Obama niet echt veranderen. De dollar regeert, wie er ook in het Witte Huis zit.’
Haslett gelooft niet dat het economische beleid structureel zal veranderen de komende jaren. Hij is erg ontgoocheld in de maatregelen die Obama nam:
‘Uiteindelijk verandert er weinig. We leven nog steeds in een consumenteneconomie en Obama rekent erop dat de economische groei weer op gang komt. Ik vind dat er echt een grondige paradigmaverandering zou moeten komen in ons economisch beleid. Jammer genoeg vinden veel regeringsleiders en conglomeraten dat niet. Ze zien de crisis als een flinke griep die zichzelf wel weer oplost. Kijk maar naar de hervorming van de gezondheidszorg in de V.S. Uiteindelijk hebben de grote farmaceutische spelers bijna volledig hun zin gekregen. Ik vind het deprimerend.’

Haslett meent dat Obama eigenlijk veel verder zou willen gaan, maar dat hij zich gedwarsboomd ziet door machtige spelers in het veld. Hasletts interesse voor Obama gaat zelfs zo ver dat hij een kortverhaal schreef over de Amerikaanse president, ‘Night Walk’ (gepubliceerd in New York Magazine). Haslett volgt de president tijdens een nachtelijke wandeling en laat hem nadenken over Afghanistan:
‘Geen enkele politicus is er ooit zo goed in geslaagd om mensen het gevoel te geven dat hij hen begrijpt. Ik vind hem erg fascinerend en vond het dan ook een mooie denkoefening om voor even in zijn schoenen te staan. Ik probeer een intieme versie van de president te laten zien.’

Krankzinnig

Toen Haslett rechten studeerde, leerde hij juridische teksten te schrijven met heel precieze, ondubbelzinnige formuleringen:
‘Soms heb ik nog de neiging om de teugels te strak aan te trekken. Nochtans geniet ik erg veel van de passages, waarin ik op een lossere, associatieve manier schrijf. De stukken waarin ik Charlottes liefdesgeschiedenis beschrijf, zijn lyrischer. Het zijn net die passages die ik het liefst schreef.’ Charlotte is het meest memorabele personage uit ‘Union Atlantic’. Ze heeft een tragische kant want haar tirades tegen de verziekte wereld veranderen uiteindelijk in het geraas van een haast krankzinnige: ‘Ik weet niet of je Charlotte echt als gek kan bestempelen. Ze heeft wel dat excentrieke, obsessieve van mensen die te lang alleen en enkel in hun hoofd hebben geleefd. Ik wou niet de simpele tegenstelling tussen ‘goed’ – dat zou dan Charlotte zijn – en ‘kwaad’ – Doug en zijn Union Atlantic-collega’s. Doug is geen psychopaat. Ik wou een complexer moreel canvas. Daar hoop ik ook in te slagen met mijn volgende roman, die onder andere over migranten en psychiatrie zal gaan.’

***

Adam Haslett – Union Atlantic – vertaald door Eugène Dabekaussen en Tilly Maters – Atlas – Amsterdam – 285 blz. Oorspronkelijke titel: Union Atlantic.