Interview Dulce Maria Cardoso (Het medisch weekblad)


Interview Dulce Maria Cardoso – Violeta en de engelen (Meulenhoff)

Cardoso doet de doden spreken

De Portugese schrijfster Dulce Maria Cardoso kreeg onlangs de Europese Literatuurprijs voor haar indrukwekkende roman uit 2005 ‘Violetta en de engelen’. Op Manuscripta, het openingsfestival van het nieuwe boekenseizoen in Amsterdam, praat ze vol vuur over wat literatuur vermag.

Een vrouw in een auto. Ze glijdt door de nacht. Kleffe muziek op de radio, een wegenkaart op schoot. De vrouw verzamelt al jaren kaarten. Ze wijzen haar de weg naar de verre steden die ze als vertegenwoordiger aandoet. De vrouw verkoopt ontharingswas ; een stilaan verouderd product, nu iedereen een laserbehandeling laat doen. Violetta noemt haar leven ‘een strijd tegen miljoenen haartjes’.

Violetta is alleen. Ze heeft een volwassen dochter, Dora, die ze niet begrijpt. En dan is er ook nog Angelo, een ‘vriend van de familie’, die de lezer pas na verloop van tijd weet te plaatsen. Violetta zoekt vereenzaamde truckchauffeurs op voor een vlug nummertje op parkeerplaatsen langs de snelweg. Ze is overgevoelig voor geuren, de prikkelende deo- of zweetgeur van het lijf dat haar platdrukt. Die geuren vervullen haar met afschuw nadat haar lust is gestild.

De Violetta die tot ons spreekt is een dode. Haar auto is met een harde klap tot stilstand gekomen. Het ongeluk is fataal. Cardoso keert terug in de tijd en beschrijft Violetta’s laatste etmaal. Tussendoor zijn er tal van flashbacks. Blijkbaar heeft Violetta die dag het huis verkocht van haar ouders met wie ze een complexe relatie had. Haar vader had een affaire en werd opgepakt als verklikker ; haar moeder was een dominante vrouw die het communistische regime in Portugal verfoeide. Ze klampte zich vast aan haar theekransjes met vriendinnen, haar eindeloze rij éclairs en millefeuilles. Toen hun obese dochter Violetta als tienermeisje onverwacht zwanger werd, gruwde haar moeder, tot op het moment waarop bleek dat de engelachtige baby Dora haar redding was. Violetta noemt haar dochter liefhebbend ‘het volmaakste stukje van mezelf’.

In een bezwerende taal en in een stijl die doet denken aan Faulkner – al is ‘Violetta en de engelen’ nooit moeilijk leesbaar – vertelt Cardoso Violetta’s aangrijpende verhaal. Haar roman klinkt als een lied met weerkerende refreinen. Zo vertelt Violetta keer op keer ‘ik ken de liefde van horen zeggen’. En zo herhaalt Dora: ‘Alles wat jij aanraakt gaat dood.’

Het klinkt zwaar en bedrukkend ; toch is dit een roman vol humor en levenskracht. De eenzame Violetta tracht zich voor te stellen hoe de levens eruit zien van de mensen die ze heel even ontmoet. Zo stelt ze zich voor hoe de bankbediende zich ergert aan zijn zeurende vrouw en hoe diezelfde man valt voor een collega. Cardoso is een scherpe observator van onze hedendaagse wereld met zijn overdaad aan ruis en beeld. Ze verbeeldt de droefenis van de kassières in supermarkten en de grijsheid van het kantoorleven.

‘Al mijn boeken hebben een abstract onderwerp als uitgangspunt. ‘Violetta en de engelen’ gaat over dood en herinnering. Het ging me niet enkel om de fysieke dood van een mens, maar ook om de dood van een plek, van een ding, van de hoop. Ik wou schrijven over een personage dat als het ware een levende dode is. Violetta is erg dik en de dag van vandaag zijn mensen met een serieus overgewicht zo goed als dood. Niemand kijkt hen aan, iedereen bespot hen. Het lijkt wel alsof ze niet het recht hebben om te bestaan. Ook Violetta’s job is aan het uitsterven.’

Is ‘Violetta en de engelen’ het verhaal van één individu of gaat het over de natie Portugal?

Beide. Portugal had ooit grote dromen, ten tijde van de revolutie. Het is niet gelopen, zoals we wensten. Onze revolutie was een mislukking, net als elke andere revolutie. Portugal kan niet goed omgaan met het verleden, Violetta kan dat evenmin. Toch is Violetta niet hopeloos ongelukkig. Ze heeft een scherpe kijk op de dingen, in tegenstelling tot veel mensen die maar wat aanmodderen en de ogen sluiten voor wat hen omringt. Ze denkt na over de dingen, leeft niet op automatische piloot.

Hoe dicht sta je bij je personages? Deel je Violetta’s visie op de wereld?

De dingen die haar interesseren, vind ik ook boeiend. Het zijn dilemma’s, problemen of onderwerpen waarover ik ook heb nagedacht, al hoef ik nog niet noodzakelijk met mijn personages akkoord te gaan. Tot de revolutie was Portugal een ‘fake’ land, een verrot land, een land waar je niet al te zeer mocht opvallen. Net als Violetta denk ik veel na over de relatie tussen groep en individu. Ik vind het individu erg belangrijk. Wil je je aansluiten bij een groep, dan moet je een deel vanzelf uitvegen en dat vind ik niet goed. Toch is dit geen autobiografisch boek, de ideeën erin interesseren me wel.

Ben je een pessimist?

Nee, ik ben een optimist, maar er zijn veel redenen om pessimistisch te zijn over onze wereld. Ik geloof wel in verandering. Revolutie is volgens mij niet de oplossing. Ik geloof heel erg in individuele actie. Zo ben ik erg begaan met dierenleed, ik eet vegetarisch en ik geloof dat de actie van één persoon een verschil maakt. Ik wil dat mijn boeken zo dicht mogelijk bij het leven staan. Daarom schrijf ik over de moderne tijd, over de wereld zoals die er nu uitziet. Zo vind ik bijvoorbeeld dat hedendaagse werkcondities gruwelijk zijn. Denk maar aan supermarkten, daar sterf je toch een langzame dood als werknemer? Ik heb er veel onderzoek naar gedaan, het lijkt wel moderne slavernij. Ik ben niet naïef, ik denk niet dat ik de wereld ga veranderen, maar toch heb ik het gevoel dat ik over die dingen moet schrijven.

Hoe reageren lezers op de seksscènes met vrachtwagenchauffeurs?

Er waren wel wat geschokte reacties omdat ik seks niet romantiseer. Ik schrijf over one night stands en de eenzaamheid van seks. Sommige mannelijke critici in Portugal en Frankrijk vonden het een schande dat een vrouw dit durft te schrijven! Waar zijn de bloemen de kaarsen, schreven ze? Ik wou schrijven over seks als een animale behoefte, zoiets als honger en dorst. Ik wou het niet versieren met rode lintjes. Ik wil schrijven over de menselijke natuur zoals die is. We zijn niet onsterfelijk en onoverwinnelijk. We falen keer op keer en dan sterven we. Ik vind dat een realistische kijk, geen schokkende.

Je stijl is opmerkelijk lyrisch. Klinkt in jouw nieuwe boek dezelfde vertelstem?

Nee, helemaal niet. Mijn nieuwe boek, dat over zelfmoordterroristen gaat en over macht, is erg anders. Mijn uitgeefster vertelde me dat ze het totaal onherkenbaar vond. Er zijn veel dialogen die spelen in chatrooms. Het staat niet vol prachtige zinnen, het is veel kaler, maar ook preciezer. Ik ben veel minder omfloerst dan in ‘Violetta’. Veel moderne schrijvers hebben nog steeds de neiging om te schrijven zoals Dostojevski. Ze beschrijven de setting in eindeloze details. Maar we zitten toch niet langer in de 19de eeuw? Waarom facebooken moderne-romanpersonages zo weinig? Dat is toch compleet onrealistisch? In mijn nieuwe boek schrijf ik over die nieuwe wereld, waar mensen niet verliefd worden op een lichaam maar op de woorden van een ander. Sommige hoofdstukken bestaan enkel uit flarden, kreten, niet met elkaar verband houdende woorden die in chatrooms te lezen zijn. Ik schrijf in dat boek over de dood van Diana. Veel ‘serieuze schrijvers halen hun neus op voor dit soort onderwerpen. Ze vinden het te min voor ‘echte’ literatuur. Nonsens, vind ik. Ik heb interesse voor gebeurtenissen die mensen samenbrengen. De dood van Michael Jackson, nog zoiets. Wat bezielt miljoenen om uren naar zijn begrafenis te kijken? Dat soort vragen vind ik intrigerend.

Kathy Mathys

Dulce Maria Cardoso, Violetta en de engelen, Meulenhoff, 301 blz.