Kazuo Ishiguro – Laat me nooit alleen (De Standaard)


De herinnering als troost

Kazuo Ishiguro’s nieuwste roman ‘Laat me nooit alleen’ lijkt op het eerste zicht een verhaal over klonen. Toch verschilt hij in essentie weinig van ‘De rest van de dag’.

Kathy Mathys

De Japanse Kazuo Ishiguro werd in 1954 geboren in Nagasaki maar hij verhuisde op vijfjarige leeftijd naar Guildford in Engeland. Hij volgde cursussen creatief schrijven bij Malcolm Bradbury en Angela Carter voor hij in 1982 debuteerde met ‘Versluierde heuvels’. Ook zijn tweede roman, ‘Een kunstenaar van het vlietende leven’ uit 1986, speelde zich af in Japan. Ishiguro’s meest succesvolle werk is ongetwijfeld ‘De rest van de dag’ (1990), waarin een Engelse butler terugblikt op zijn leven en zijn politieke en romantische keuzes wikt en weegt. Daarna volgden nog het niet onverdeeld positief onthaalde ‘De troostelozen’ (1995), een dromerige roman over een concertpianist, en ‘Toen wij wezen waren’ (2000), het verhaal van een Britse detective in het Shangai van de jaren 1930. Hoewel Ishiguro uitpakt met heel uiteenlopende settings en personages, loopt er een rode draad door zijn werk. In al zijn verhalen onderzoekt hij welke impact de geschiedenis heeft op het privé-leven van zijn personages. Hoe kunnen ze hun identiteit en morele integriteit bewaren in turbulente tijden?

‘Laat me nooit alleen’ speelt zich af in Engeland aan het eind van de jaren 1990. Kathy H., de eenendertigjarige vertelster van het verhaal, is een kloon die na een kort leven haar organen zal moeten afstaan. Bij de aanvang van de roman werkt Kathy nog als verzorgster van andere donateurs. Omdat ze zo een uitstekende reputatie heeft, kan Kathy kiezen wie ze onder haar hoede neemt. Ze besluit om te zorgen voor haar jeugdvrienden, Ruth en Tommy, tot ze zijn uitgedoneerd. Kathy, Tommy en Ruth groeiden samen op in Hailsham, een afgelegen school voor toekomstige donateurs. Als kinderen voelden ze wel dat er iets vreemd aan de hand was, al wisten ze niet precies wat. Ze hadden geen ouders, mochten Hailsham nooit verlaten en wekelijks ondergingen ze een medisch onderzoek. Geleidelijk aan drong door wat hen te wachten stond. In een eerste fase van bewustwording maakten ze nog macabere grappen over hoe ze hun lichaam konden openritsen en er dan een orgaan zou uitglippen. Als jongvolwassenen stemde hun toekomst hen echter somber en zwegen ze meestal over hun lot.

Al duiken in deze roman bizarre elementen op, toch schreef Ishiguro allerminst een sciencefictionroman. ‘Laat me nooit alleen’ is een heel intieme aangelegenheid waarin de hete hangijzers rond het klonendebat nauwelijks worden uitgewerkt. Zo houdt Ishiguro de technische details over het doneren van organen erg vaag. Eén van de personages laat zich ontvallen dat we toch wel wat meer moeten nadenken over de ethische consequenties van de pijlsnelle technologische evolutie, maar daar blijft het ook bij. Je zou bijna kunnen stellen dat de klonenthematiek eigenlijk niet meer is dan een metafoor die Ishiguro in staat stelt om zijn favoriete thema’s uit te spitten. Ishiguro’s personages reflecteren steeds weer over hun leven. Wat hebben ze ervan terechtgebracht? Wat betekenen hun herinneringen en hoe betrouwvol zijn ze?

Omdat het leven van de donateurs zo kort en fragiel is, krijgt ‘Laat me nooit alleen’, meer nog dan Ishiguro’s eerdere werk, een erg melancholische bijklank. Net als de butler uit ‘De rest van de dag’, rijdt Kathy urenlang rond door het Engelse landschap, zich verheugend op de rust die haar als gepensioneerde te wachten staat. Pensionering staat voor deze dertigjarige echter gelijk aan de dood, maar Kathy put moed uit haar herinneringen. In tegenstelling tot de pro-militaristische Ono uit ‘Een kunstenaar van het vlietende leven’ is Kathy een vrij eerlijke verteller, die haar gedragingen in het verleden niet tracht goed te praten. Ze betwijfelt wel af en toe de juistheid van haar herinneringen. Ze is zich ervan bewust dat recente herinneringen soms oudere kunnen verkleuren.

Ishiguro mag dan al niet geïnteresseerd zijn in suspensrijke sciencefiction, toch is ‘Laat me niet alleen’ behoorlijk spannend. De structuur is erg uitgekiend en Kathy alludeert geregeld op wat er staat te gebeuren, waardoor het verhaal bijzonder meeslepend wordt. Het boek speelt zich af in het troosteloze Engeland dat we kennen, al bezit de omgeving een bevreemdende kwaliteit. We observeren dan ook alles door de ogen van klonen, die jarenlang in isolement leefden. Op Hailsham kregen ze zelfs cultuurlessen waarin ze de rollen speelden van mensen die ze ‘buiten’ zouden tegenkomen, politieagenten, obers. Het universum dat Ishiguro hier creëert is één van de meest tot de verbeelding sprekende uit al zijn romans. Af en toe denk je terug aan ‘De troostelozen’, al is ‘Laat me niet alleen’ veel minder afstandelijk en complex. Het is in de eerste plaats een tragisch liefdesverhaal en een sublieme analyse van de complexiteit van tienervriendschappen. Ondanks de noodlottige bestemming van de personages, is deze roman niet echt deprimerend. Meer nog, wie te kampen heeft met een gebrek aan levenshonger, moet dit boek absoluut lezen. Het is een slimme, sprankelende, aangrijpende vertelling die je niet zal loslaten.

***

Kazuo Ishiguro, Laat me nooit alleen, Vertaald door Bartho Kriek, Atlas, Amsterdam, 303 blz., 19,90 €. Oorspronkelijke titel: Never Let Me Go.