9/11 acht jaar later (De Standaard)


De tien beste 9/11 romans:

New Yorkse setting:

*Jonathan Safran Foer ‘Extreem luid & ongelooflijk dichtbij’ (Anthos)
Foer besliste nooit bewust om een roman te schrijven over de aanslagen van 11 september 2001, maar hij voelde al snel ‘dat ik er uiteindelijk toch bij terecht zou komen’. Hij is niet de enige Amerikaanse romanschrijver die het heeft over de ‘onvermijdelijkheid’ van een verhaal waarin de schaduw van 9/11 overheerst. In Foers ‘Extreem luid & ongelooflijk dichtbij’ ontmoeten we de 9-jarige Oskar Schell, een excentriek kind met een voorliefde voor het werk van Shakespeare en Stephen Hawking. Oskars vader stierf tijdens de aanslagen en zijn door verdriet gekwelde zoon wil het mysterie van diens dood ontcijferen. Zijn New Yorkse queeste is nu eens geestig, dan weer sentimenteel.

*Michael Cunningham ‘Stralende dagen’ (Prometheus)
De drie verhalen in ‘Stralende dagen’ lijken op het eerste gezicht weinig gemeen te hebben, behalve hun setting. Allen spelen ze in New York, met name in Central Park en de Lower East Side. Vooral het tweede verhaal sluit aan bij het post 9/11-genre. Cat werkt bij een anti-terreurcel en scant telefoonoproepen van potentiële terroristen. Ze begaat een inschattingsfout en een kind blaast zichzelf op nabij Ground Zero. In ‘Stralende dagen’ schetst Cunningham een prachtig beeld van de machinerie van het weerbarstige New York. Het is een bruisende stad die het as steeds weer van zich weet af te schudden. ‘Stralende dagen’ toont geen intiem verdriet, wel de koppigheid van een metropool.

*Jay McInerney ‘Het goede leven’ (De Bezige Bij)
McInerney peilt naar de diepte van de wonden die 9/11 in de New Yorkers brandde. Hij heeft het niet over verdriet en wanhoop op de lange afstand. Het verhaal begint meteen na 11 september 2001 en eindigt op Thanksgiving van datzelfde jaar. Hoe verging het New York tijdens die eerste uren, dagen? McInerney laat een welgestelde vrouw uit Manhattan verliefd worden op een co-puinruimer. Hij concentreert zich op het onmiddellijke verdriet van de getroffenen en doet geen grote politieke uitspraken.

*Claire Messud ‘De kinderen van de keizer’ (Anthos)
Toen Claire Messud ‘De kinderen van de keizer’ begon te schrijven, maakte ze van haar personages gruwelijk monsterlijke creaturen. De aanslagen maakten haar milder en lieten haar toe om haar verwende New Yorkers in een ander licht te zien. ‘De kinderen van de keizer’ is een roman die zichzelf omtovert van komedie tot tragedie, een pre-9/11-roman. De finale speelt op 11 september en laat je de wanhoop van de betrokkenen voelen tot in het diepste van je vezels. Een meeslepend, krachtig boek over de radeloosheid van Manhattan’s finest.

* Joseph O’Neill ‘Laagland’ (De Bezige Bij)
Nu ook president Obama ‘Laagland’ heeft gelezen, behoeft de roman van O’Neill nauwelijks nog tekst en uitleg. O’Neill kijkt naar de manier waarop de aanslagen sporen sleten in intieme relaties. Zijn onwaarschijnlijke held is de Nederlandse bankier Hans van den Broek, een Haagse man die zijn Engelse vrouw New York ziet verlaten. Van den Broek brengt de zomer van 2002 in eenzaamheid door en kent geen andere lichtpunten dan de cricketwedstrijden die hij speelt met migranten uit Trinidad en Sri Lanka. ‘Laagland’ overtuigt als een ‘geschiedenis van een huwelijk’ en laat de minder fotogenieke maar extreem boeiende uithoeken van New York zien.

* Don Delillo ‘Vallende man’ (Anthos)
Keith Neudecker is een 39-jarige advocaat die tijdens de aanslagen aan de dood ontsnapt. Het bloed op zijn kleren is niet van hem en zijn ontreddering is geestelijk, niet fysiek. Hij baant zich een weg door het puin en zoekt zijn vrouw Lianne op. Keith en Lianne rakelen hun huwelijk waar de klad in zat weer op. Keith begint ook een affaire met een vrouw wier tas hij uit het puin wist te redden. In normale omstandigheden zouden de twee elkaar niet opzoeken, maar de aanslagen maken ongekende behoeften los in de New Yorkse kantoorwerkers. Delillo schreef een complexe, versplinterde roman die veel onuitgesproken laat. De titel verwijst naar de beroemde foto van Richard Drew van een man die uit de torens sprong.

Buiten New York:

*James Meek ‘We zetten nu de afdaling in’ (De Arbeiderspers)
Als Guardian-reporter tijdens de invasie van Afghanistan in 2001 weet James Meek waarover hij schrijft. Zijn roman beperkt zich niet tot Amerika maar laat de ‘war on terror’ zien die volgde op de aanslagen van 11 september. We trekken van Afghanistan, via Londen en New York, naar Irak, waar de oorlog in 2003 al flink woedde. Meek toont ons hoe oorlogsreporters en –fotografen omgaan met oorlog en terreur. Hoezeer laten ze zich raken door menselijk leed? Waar licht de grens tussen politieke neutraliteit en apathie? Wat betekent een liefde tussen zoveel dood en verval?

*Mohsin Hamid ‘De val van een fundamentalist’ (De Bezige Bij)
De verteller van Hamids voor de Booker Prize genomineerde roman is een Pakistaanse man die als jonge student naar de V.S. trok. Hij behoorde tot de crème de la Crème in zijn land en kreeg een beurs voor de universiteit van Princeton. Aanvankelijk voelt hij zich thuis in Manhattan, waar je overal Pakistaans kan eten en waar de taxichauffeurs zijn moedertaal spreken. De ergernis sluipt geleidelijk binnen, wanneer hij zich geconfronteerd ziet met onbeschofte, weinig respectvolle Amerikanen. De Pakistaan wordt klaargestoomd voor de zakenwereld en vanuit een chique hotelkamer kijkt hij gebiologeerd toe naar de vernietiging van de Twin Towers. Hamid schreef een subtiele, spannende roman over een gematigde man die geleidelijk aan extremistische ideeën ontwikkelt.

*Nadeem Aslam ‘De vergeefse wake’ (Mouria)
Nadeem Aslam is afkomstig uit Pakistan maar zijn roman speelt in Afghanistan, een natie waar Russen, Pakistanen, Amerikanen en Engelsen de voorbije tientallen jaren oorlogen uitvochten. Aslam strijkt neer in het kleine dorp Usha, waar de Engelsman Marcus Caldwell treurt om de doden. Marcus krijgt het gezelschap van een Russische vrouw, een CIA-agent en een gewonde terrorist. Aslam heeft het over Al-Kaida-operaties en nachtelijke vluchtpogingen. ‘De vergeefse wake’ is dan ook spannend, al heeft het boek een poëtische ondertoon. Aslam laat zich niet verleiden tot pessimisme over de mensheid ; hij gaat op zoek naar wat ons, ondanks alle wreedheden, met elkaar verbindt.

*Ian McEwan ‘Zaterdag’ (De Harmonie)
In ‘The Innocent’ en ‘Black Dogs’ boog McEwan zich over de vraag naar de invloed van het politieke op het intieme leven. Dat doet hij opnieuw in ‘Zaterdag’, McEwans meest politieke roman tot op heden. De actie speelt binnen 24 uur op een februaridag in 2003. De Londense neurochirurg Henry Perowne heeft in de operatiekamer de touwtjes stevig in handen, maar ziet hoe zijn eigen leven dreigt te ontrafelen. McEwan kijkt naar vijf sleutelmomenten van die bewuste februaridag. Over het boek, dat opent met een onheilspellende vliegtuigcrash, hangt een beangstigende sfeer. In ‘Zaterdag’ laat McEwan zien hoe de dagdagelijkse orde in luttele seconden aan diggelen kan liggen.

Kathy Mathys