Crisis in Hollywood (De Tijd)


Hollywood : Stad op stelten

Op de vraag waarom wij houden van films, antwoordde de Amerikaanse critica Pauline Kael met de inmiddels beroemde woorden : ‘Kiss kiss bang bang’. Hollywood is er als geen ander in geslaagd onze fascinatie met romantiek en geweld te vertalen naar het witte doek. Hoewel de Hollywoodfilm na de gouden jaren ’30 en ’40 concurrentie kreeg van de televisie, hielden de grote studio’s stand. Vandaag de dag zijn ze zelfs uitgegroeid tot heuse multinationals. Toch wordt er al jaren gemord over de artistieke malaise binnen de Amerikaanse droomfabriek. Met berichten over een nakende staking dreigt Hollywood nu ook in een economische crisis te verzeilen.

Kathy Mathys

Op de oscarceremonie enkele weken geleden leek er nochtans geen vuiltje aan de lucht. Het jaarlijkse onderonsje van ’s werelds beroemdste acteurs, actrices en regisseurs deed helemaal niet vermoeden dat het donkere dagen zijn in Hollywood.
Het begon allemaal vorig jaar met de staking van de Screen Actors Guild (SAG), de 135.000 leden tellende acteursvakbond. De onenigheid over royalties voor reclame op de kabeltelevisie zorgden voor een staking van zes maanden, de langste in Hollywood tot op heden. De kopstukken van de Alliance of Motion Picture and Television Producers (AMPTP) keken verbaasd op toen ze naast de anonieme gezichten van talloze acteurs ook dat van Susan Sarandon en Tim Robbins zagen. De staking kreeg ook in de internationale pers ruchtbaarheid toen actrice Elizabeth Hurley toch haar medewerking verleende aan een parfumadvertentie. Ze werd door de SAG voor 4,5 miljoen frank beboet.
Vergeleken bij wat ons deze zomer misschien te wachten staat, was de staking vorig jaar echter niet veel meer dan een fait divers. Begin mei verloopt het driejaarlijkse contract dat de schrijvers van de Writers Guild of America (WGA) hebben met de studio’s. De ontevreden scenaristen hebben een bundel met 42 eisen klaar. Als de studiobonzen hen niet tegemoetkomen, volgt een staking. Een eerste reeks onderhandelingen geraakte slop in maart. Enkel wanneer men op de valreep nog een overeenkomst treft, worden de contracten voor schrijvers op 2 mei hernieuwd. De scenaristen willen naast een loonsverhoging een vergoeding op uitzendingen voor buitenlandse zenders en voor de Amerikaanse kabeltelevisie. Verder willen ze de vier dollarcent die ze verdienen met DVD en video verdubbeld zien. Er is ook ontevredenheid over de creatieve rechten. Op de aftiteling van een film krijg je tegenwoordig iets te lezen als ‘A John Smith Film’ en dat vinden scenaristen onaanvaardbaar. Dat grote regisseurs als Martin Scorsese de eigendomskredieten van een film opeisen, begrijpen ze nog wel. Al te vaak is een regisseur echter niet veel meer dan een pion van de studio’s. De schrijvers vinden dat ze nauwer betrokken moet worden bij het maken van een film. Wanneer hun scenario wordt verfilmd, willen ze ook toegang krijgen tot de set.
Vanaf 30 juni krijgen de scenaristen dan mogelijks het gezelschap van hun collega’s uit de SAG. Dan verloopt het contract van de acteurs die al even weigerachtig zijn om in de huidige omstandigheden te blijven werken. Naast een grotere hap uit de opbrengsten van video en DVD willen ze dat er een regeling komt voor de verspreiding van films via het internet.
Dat ook beroemdheden als Kevin Costner hun sympathie betonen voor de ontevreden acteurs, wordt op gemengde gevoelens onthaald. Sterren lokken meer internationale belangstelling voor de problematiek. Toch zijn tal van kleine acteurs niet erg ingenomen met het schouderklopje van de entertainmentgiganten. De astronomisch hoge salarissen van de supersterren veroorzaken immers een groot deel van het probleem. In Hollywood zijn er 15 000 vaste medewerkers en ongeveer 150 000 freelancers aan de slag. Een derde van alle inkomsten wordt verdeeld onder 200 topproducenten, agenten en supersterren. Kleinere acteurs en schrijvers menen dan ook dat de salarissen van de sterren naar beneden moet.

Pro’s en contra’s

Sinds januari heerst in de studiogangen een ware stakingskoorts maar hoe groot is de kans dat de productie deze zomer werkelijk stopt ? Voor rijke schrijvers en acteurs zou een staking op een kleine vakantie lijken. Tom Cruise, Bruce Willis en Julia Roberts zijn momenteel druk in de weer met extra opnames zodat hun fans niet al te lang op hun honger zitten in het geval van een staking. Minder gegoede Hollywoodmedewerkers verdienen vaak niet veel meer dan het minimumloon en voor hen zou een staking wel eens nefast kunnen zijn. Hun agenten en boekhouders manen hen al maanden aan zo spaarzaam mogelijk te leven. Tal van Hollywoodscenaristen herinneren zich ook nog de stakingen uit 1988 die niet veel opleverden. Toen grepen de TV-stations massaal naar reality-TV om de lacune te vullen. Ook nu beweren de grote TV-zenders dat ze volledig voorbereid zijn op stakingen. Infotainmentprogramma’s zullen kijkend Amerika zoet houden, zo menen ze. Heel wat schrijvers en acteurs vrezen de repercussies van een langdurige staking en de vraag is dan ook of de leden van de vakbonden zich even strijdlustig zullen betonen als hun kopstukken en woordvoerders.
Vorige week liet Hollywoods burgemeester Richard Riordan zich negatief uit over de geplande stakingen. Hij laat momenteel een onafhankelijk orgaan onderzoeken hoeveel geld een staking aan Zuid-Californië zou kosten. Het verlies zal vermoedelijk op 500 miljoen dollar per week komen. Riordan, die zich normaal nooit inlaat met de entertainmentindustrie, maakt een uitzondering voor de stakingsproblematiek omdat ook andere sectoren zoals de horeca geraakt zouden worden.
Of Riordans waarschuwingen en de angst voor bankroet bij de kleinere Hollywoodmedewerkers de staking alsnog zullen verhinderen, is lang niet zeker. David Katzenberg, CEO van de studio Dreamworks, meent dat de kloof tussen de eisen van acteurs en schrijvers en het aanbod van de studio’s onoverbrugbaar is. De studio’s, aldus Katzenberg, kunnen onmogelijk 100 miljoen dollar extra per jaar ophoesten zonder zelf failliet te gaan. Tijdens de jaren ’90 zijn de grote filmgiganten zoals Disney, Warner en Fox allianties aangegaan met andere mediaconcerns. In deze nieuwe multinationals zorgt de filmproductie maar voor een beperkt deel van de inkomsten. Door de hoge productiekosten van een prent en de dito salarissen maken zelfs grote blockbusters vaak geen netto winsten. De distributie via secundaire kanalen als video, DVD en kabeltelevisie zorgt echter voor evenwicht in de balans. Studiobonzen zijn dan ook verre van happig om aan de acteurs en schrijvers een groter deel van de distributie-inkomsten af te staan.
Wat de eigendomskredieten betreft, zullen de studiobonzen zich misschien inschikkelijker tonen maar dan krijgen ze ongetwijfeld boze telefoons van de Directors Guild of America (DGA). Die dreigt nu al met een staking in 2002. Ook het aandeel van de scenarist in het filmproces blijft een heet hangijzer . Een filmscript is zelden een eenmansoperatie. Wanneer een studio een optie neemt op een scenario, wordt het vaak nog tientallen keren herschreven. Wie van de medewerkers kan dan als rechtmatig schrijver de filmset betreden ?

Impact op Europa

Wie hoopte op een economische heropleving van de Europese cinema tijdens een mogelijke staking heeft te vroeg victorie gekraaid. Met name in Groot-Brittannië meenden filmmakers te kunnen inspelen op de problemen in Hollywood. De meeste Britse acteurs met enige status zijn echter ook lid van de SAG. Tijdens een staking krijgen ze van hun vakbond enkel de toestemming om te spelen in onafhankelijke producties, die niet gefinancierd werden met U.S.-geld en die niet verkocht zijn aan een Amerikaanse filmverdeler. Ook als de staking er niet komt, zal Europa de gevolgen van de huidige crisis voelen. In Hollywood haast men zich momenteel om nog zoveel mogelijk films af te werken voor de zomer. Agenten zijn echter niet meer zo happig om de studio’s grote projecten aan de hand te doen, omdat ze die misschien niet meer tijdig kunnen beëindigen. Daarom grijpen de studio’s momenteel naar tweederangsscripts die in andere omstandigheden nooit het daglicht zouden zien. Europa zal die minderwaardige prenten hoe dan ook in de maag gesplitst krijgen.
Toch zijn ook de zogenaamde grote films tegenwoordig al te vaak het resultaat van lopend bandwerk en voorzichtige keuzes. De studio’s opteren voor formulefilms die de kassa’s wereldwijd doen rinkelen. Een blik op het aanbod deze zomer doet het ergste vermoeden. ‘Jurassic Park 3’, ‘Scary Movie 2’ en ‘Men In Black 2’ zijn de meest in het oog springende titels uit een hele reeks sequels, Hollywoods favoriete filmrecept. Dat het op artistiek vlak magere jaren zijn in Hollywood, wordt al jaren door critici verkondigd. Nu komen er ook steeds meer klachten van insiders. William Goldman, scenarist van klassiekers als ‘Butch Cassidy and the Sundance Kid’ en ‘All The President’s Men’, liet zich in twee publicaties uiterst negatief uit over het Hollywood van de jaren ’80 en ’90. Volgens hem wordt de business verpest door de gretige managers die de oude filmbazen vervingen en hun studio runnen volgens MBA-principes. Ook de opmars van de digitale effecten doet de films niet veel goed. Goldman wordt in zijn visie bijgetreden door Joe Roth, die Disney verliet om bij een onafhankelijke filmmaatschappij te werken. Dat zelfs Steven Spielberg de huidige studiobazen een gebrek aan artistieke durf verwijt, is wel licht ironisch. Samen met George Lucas maakte Spielberg immers de eerste blockbusters in de jaren ’70 en veranderde daarmee voorgoed de werking van de filmindustrie.

Artistieke crisis

Ook tijdens de gouden jaren ’30 en ’40 werden er slechte films gemaakt maar tegenwoordig blijken Hollywoods filmparels toch wel erg zeldzaam. Een nieuwe economische organisatie van het filmbedrijf, de opmars van de special effectstechnologie en het uitblijven van een nieuwe getalenteerde filmgeneratie liggen aan de basis van de artistieke crisis van de jaren ’80 en ’90.
Vroeger werden films nooit massaal in de zalen gebracht. Een productie trok vaak van stad naar stad en speelde in veel gevallen voor een jaar. Vanaf de jaren ’70 begrepen filmstudio’s het potentieel van nationale TV-reclames. Via het nieuwe medium werd het publiek warm gemaakt voor de films, die vervolgens op nationaal niveau werden uitgebracht. ‘Jaws’ van Spielberg en ‘Star Wars’ van Lucas waren de eerste succesnummers van deze nieuwe distributietechniek. Door de enorme concurrentie voor een plaatsje op het felbegeerde scherm werd het openingsweekend van een film steeds belangrijker. Films die niet meteen aansloegen, werden gauw uit de bioscopen weggehaald. Over het succesrecept voor een film was in de grote filmhuizen geen consensus meer . Een filmpionier als Jack Warner stond tussen 1923 en 1967 aan het hoofd van Warner Bros en hij verzekerde de stabiliteit van de studio. In de jaren ’70 en ’80 verloren veel studio’s hun koers en waren er tal van personeelswissels. De jaren ’90 zorgden dan weer voor de fusies met mediaconcerns zoals ABC (Disney) en News Corporation (Fox). Volgens de nieuwe CEO’s zijn het vooral de supersterren die het succes van een film bepalen. Deze maand bloklettert het Britse filmmagazine ‘Empire’ hoe een film van 15 miljoen dollar (The Mexican’) met Julia Roberts en Brad Pitt voor 30 miljoen aan acteurs heeft geïnvesteerd. Dat de salarissen van de sterren de productiekosten van een film overschrijden, is in de jaren ’90 niet ongewoon meer. De grote studio’s worden immers gerund door CEO’s die van filmkunst niet veel kaas hebben gegeten. De studio’s van het nieuwe Hollywood krijgen een nieuw gezicht maar ook het filmpubliek verandert. In de jaren ’80 werden tieners voor het eerst kapitaalkrachtig en zij consumeerden het leeuwendeel van het aanbod. De regisseurs zorgden met prenten als ‘St Elmo’s Fire’ en ‘The Breakfast Club’ voor een eerste explosie van de tienerfilm. De Amerikaanse filmindustrie spitst zich ook nu nog toe op een steeds jonger publiek en opteert vaak voor simpele scenario’s die wereldwijd begrepen worden en vooral visueel aantrekkelijk zijn.
De infantilisering van de scripts wordt gestimuleerd door de explosie van de special effectstechnologie in de jaren ’90. In het Hollywood van de jaren ’50 en ’60 was er al een eerste ‘boom’ van technologische vernieuwingen. Om het publiek voor het kleine scherm weg te halen, pakten filmmakers uit met massa’s 3D-films en met het widescreenformaat. Vooral in westerns en science fiction werden de nieuwe technieken geëxploiteerd. Heel wat hedendaagse Hollywoodfilms lijken wel achtbaanritten en willen met hun snedige vaart de concurrentie met videogames aangaan. Binnenkort komen er filmversies van de spellen ‘Final Fantasy’ en ‘Lara Croft’ maar een regisseur als George Lucas putte voor zijn ‘The Phantom Menace’ al eerder uit de videocultuur. De film bevat een lange achtervolgingsscène die duidelijk geënt werd op de videogamesesthetiek. Het enige probleem met dergelijke experimenten is dat de filmervaring niet interactief is en al gauw verlammend werkt. Vanaf de jaren ’80 gaf ook de reclamewereld een belangrijke impuls aan de look van Hollywoodfilms. Sterregisseurs als Tony en Ridley Scott leerden de knepen van het vak in de reclamesector en vertaalden hun kennis in een vaak gladde filmtaal. Ook in de late jaren ’90 blijkt de reclamewereld een ideale leerschool. Na een spot voor Nike konden zowel David Fincher (Seven), Tarsem Singh (The Cell), Spike Jonze (Being John Malkovich) als Anthony Hoffman (Red Planet) aan de slag als filmregisseurs. Af en toe levert dat visueel verbluffende cinema op maar zelfs in het bejubelde ‘The Cell’ bleef het scenario ondermaats.
Blitse reclamejongens krijgen krediet van de studiobazen omdat er erg weinig nieuw talent is. De laatste grote generatie filmmakers profileerde zich in de vroege jaren ’70. Francis Ford Coppola, Martin Scorsese, Robert Altman en Warren Beatty vormden het Amerikaanse antwoord op de Europese nouvelle vague. Ze werkten binnen de vertrouwde Hollywoodgenres maar wisten ze nieuw leven in te blazen. Ook nu nog zorgen deze oude rotten vaak voor de interessantse Hollywoodprenten. Nieuwe talenten als Steven Soderbergh of Paul Thomas Anderson zijn een uitzondering op de regel. William Goldman meent dat potentiële talenten meteen meegezogen worden in het mediacircus en daardoor hun eigen stem verliezen. Waarom doet Tarantino er anders zo lang over om een opvolger te maken voor ‘Jackie Brown’ ? Of waarom levert Don Roos na zijn vinnige debuut ‘The Opposite of Sex’ de melige filmdraak ‘Bounce’ af ? Volgens Joe Roth zal een serieuze aardschok nodig zijn om de crisis ongedaan te maken. Enkel wanneer de studio’s zich wat meer laten leiden door artistieke keuzes is er hoop voor Hollywood.