Hanif Kureishi, Dit moet je weten (De Standaard)


Liefdeskoorts in Londen

Met ‘Dit moet je weten’ levert Hanif Kureishi een ambitieuze grootstadsroman af vol kleurrijke, knettergekke en breekbare personages. We ontmoeten hem voor een gesprek in Hammersmith, meteen ook de setting van het verhaal.

Kathy Mathys

Enkele uitstapjes naar Karachi en een poepchique wijk in Kensington niet te na gesproken, speelt ‘Dit moet je weten’ zich af tussen Hammersmith en Shepherd’s Bush, in West-Londen. Op een late februaridag struin ik door het parkje nabij het ontbijtcafé, waar Kureishi even na tienen komt opdagen. ‘Ik woon al sinds 1976 in deze buurt. Je vindt hier allerlei mensen: hele rijke rakkers, junkies, dealers, inbrekers, daklozen, krankzinnigen, heel veel inwijkelingen. Het is hier heerlijk: spannend en bruisend.’
Het Café Rouge biedt haar bezoekers de ‘Franse ervaring’ – wat dat ook moge betekenen. Croissants onder begeleiding van Edith Piaf en Claude François, zo blijkt. ‘Er werken hier vooral Egyptenaren en Polen. Ik ben zowat de enige die nog Engels spreekt in deze buurt.’ Even later komt de ober met een zwarte koffie aandraven in plaats van een Latte. ‘Zie je wel?’, grapt Kureishi.
Twee jaar eerder ontmoette ik Kureishi ook al om te praten over ‘Mijn oor aan je hart’, een biografisch boek over Kureishi Sr, een ongepubliceerde schrijver die Pakistan de rug toekeerde en een leven opbouwde in Engeland. Ik herinner Kureishi eraan dat hij toen dacht om er de brui aan te geven. ‘Echt? Ja, dat zeg ik wel vaker. Misschien ben ik net zoals Frank Sinatra, ik blijf maar comebacks maken. Op ‘Dit moet je weten’ ben ik wel bijzonder trots. Ik droomde stiekem al een vijftiental jaar van een vuistdikke klepper, waarin ik al mijn thema’s en demonen kwijt kon. Nu is die er en alweer denk ik: ik heb het gehad als schrijver. Alles wat ik wilde vertellen, is hiermee gezegd.’
Kureishi werd bekend met het semi-autobiografische ‘De boeddha van de buitenwijk’. Net als de romanheld heeft Kureishi een Engelse moeder en een Pakistaanse vader. In ‘The Black Album’ ging het over raciale kwesties en de moslimgemeenschap in Groot-Brittannië tijdens de jaren 1980. Latere romans als ‘Intimiteit’ en ‘Gabriëls gave’ zijn kleinschaliger en minder politiek. Echtscheidingen, seksueel verlangen en vader-kindrelaties, daar was het Kureishi toen om te doen. Met ‘Dit moet je weten’ lijkt Kureishi terug te grijpen naar zijn begindagen, al spelen intimiteit en liefdesrelaties ook een grote rol. Het boek staat vol bevlogen passages over het politiek activisme van de jaren 1970 en de interraciale spanningen in het Londen van de afgelopen dertig jaar.
‘Het is inderdaad een erg levendig boek geworden, vol seks, politiek en met een grote cast. In die zin doet het denken aan mijn eerste werk. Toch is het, denk ik, een pak volwassener dan ‘De boeddha van de buitenwijk’, heel wat donkerder ook. In ‘Dit moet je weten’ sterven er mensen tijdens bomaanslagen of ze worden geveld door kanker. Eens je de vijftig voorbij bent, beginnen je vrienden ziek te worden. Je ouders sterven. De wereld wordt een duisterder oord. Toch heb ik me erg goed vermaakt toen ik het schreef. Er zit veel humor in.
Misschien doet het ook wel denken aan mijn vroegste werk omdat ik een paar van mijn allereerste personages terug van onder het stof heb gehaald. Een van hen is Omar Ali uit ‘My Beautiful Launderette’. Mensen vragen me wel eens: ‘Waarom schrijf je geen sequel op “De boeddha van de buitenwijk”?’ Daar heb ik weinig zin in. Toch vraag ik me wel eens af hoe het die personages zou varen in hedendaags Londen. Waarmee zouden ze bezig zijn? Daarom laat ik oudere personages soms een blitzbezoekje brengen in een nieuw boek, dat zint me wel. ‘

Jamal is een psychoanalyticus die worstelt met zijn recente echtscheiding van Josephine en terugdenkt aan zijn eerste grote liefde, Ajita. Voor zijn patiënten is hij een klankbord en voor zijn vrienden een ankerpunt. Toch heeft hij zelf tal van katjes te geselen en een gruwelijke gewelduitbarsting uit het verleden achtervolgt hem nog steeds. Waarom wilde Kureishi een analyticus als verteller?
‘Schrijvers en psychoanalytici buigen zich allebei over het onderbewuste. Dat fascineert me. We leven in een tijdperk dat geobsedeerd is door antidepressiva en voorverpakte, snelle genezing. Psychoanalytici luisteren naar hun patiënten, maar hebben niet meteen een pasklaar antwoord. Wat is genezing eigenlijk? Betekent het dat je je gevoelens afvlakt dankzij pillen? Dat je efficiënter functioneert binnen het kapitalistische systeem? Psychoanalytici willen je niet in de eerste plaats snel beter maken. Ze kijken naar je symptomen en naar hun effect. Ze stellen onze tirannieke ideeën over geestelijke gezondheid in vraag. Voor mij is psychoanalyse de hoogste vorm van verlichting, de meest fascinerende manier om tot zelfkennis te komen.’
Volgens Kureishi zijn de meeste mensen bang van psychoanalyse omdat je tijdens de therapie niet om je diepste seksuele verlangens en driften heen kan.
‘In onze cultuur is het christelijke idee dat seks en liefde een twee-eenheid vormen erg dwingend. Dat is zowel een ontroerend en nobel ideaal als een idiote en volslagen onlogische gedachte. Mensen kunnen de meest fantastische seks hebben zonder dat er amoureuze gevoelens in het spel zijn. Meer nog, mensen gebruiken seks vaak als een instrument om echt contact met de ander uit de weg te gaan. Jamal is zich bewust van die tragische paradox, andere personages lijden eronder. Ik heb in dit boek willen kijken naar wat er overbleef van het vrije-liefdecredo uit de jaren 1960. Er zitten geen eenduidige antwoorden in het boek. Er zijn tal van scenario’s mogelijk. Sommige koppels vinden hun geluk in een seksclub, anderen vinden het een erg deprimerend gebeuren. Voor Jamal lukt het in geen geval. Hij kan genieten van seks met halfbekenden maar in wezen is hij een romanticus die – als bevangen door liefdeskoorts – in de ban blijft van Ajita.’

Jamal is de spilfiguur van ‘Dit moet je weten’, maar de andere personages zijn minstens zo memorabel. Kureishi voert wel vaker een wat afwezig, rustig hoofdpersonage op, dat omringd wordt door vrolijke en gekke figuren.
‘Ik werk graag met een stille kern en daarrond circuleren dan de luide, krankzinnige karakters. Er gebeurt veel in dit boek, mijn personages zijn niet bang van ervaringen, ook al zijn die soms extreem. Je kan ook boeken schrijven waarin weinig gebeurt. Samuel Beckett was daar een kei in. Of je kan een Hamlet-achtige vent opvoeren die de hele tijd zit te twijfelen. Ik kijk graag naar de manier waarop de gebeurtenissen iemand voorstuwen en veranderen.
In ‘Mijn oor aan je hart’ zaten nauwelijks of geen vrouwen. Dat was een bewuste keuze, mijn zus en moeder leefden nog en ik wou hen niet voor het hoofd stoten. Nu heb ik me kostelijk geamuseerd bij de schepping van Jamals vrouwenclan. Ik schrijf steeds liever over vrouwen, al heb ik nog wat schroom om in de vrouwelijke psyche te wroeten.’
Aan kleur ontbreekt het de personages in geen geval. Dat wil nog niet zeggen dat ze ook beminnelijk zijn. Of je zijn figuren aardig vindt of niet, is van geen belang voor Kureishi:
‘Wil jij naar een cocktailparty met Madame Bovary? Op vakantie met de gebroeders Karamazov? Nee toch? Als lezer ben je gefascineerd door personages die duister zijn, gespleten. Sociopaten en gekken doen het goed in de literatuur. Je hoeft je lievelingspersonages geen nette mensen te vinden. Ik heb er ook helemaal geen probleem mee om personages neer te zetten met wie ik het oneens ben. Jamals beste vriend, Henry, is een heel geopinieerde man. Het gros van zijn ideeën vind ik maar niks. Zo verkondigt Henry dat de oppositie tussen het Westen en de islam in wezen een conflict is tussen liberalisme en puritanisme. Dat klopt niet volgens mij. Er is een heel fundamentele connectie tussen de radicale islam en hyperkapitalisme. Ze hebben elkaar nodig, het zijn minnaars tegen wil en dank. Zowel religieus extremisme als hyperkapitalisme werken enkel binnen een autoritair en fundamentalistisch systeem. Ik kan me dan wél weer vinden in Henry’s analyse van de Blair-jaren. Henry noemt Tony Blair terecht een kruising tussen Thatcher en een padvinder. Blair kopieerde Thatchers economische politiek en daarnaast is hij een priester-achtige figuur: zelfgenoegzaam en vol walgelijke overtuiging van zijn eigen gelijk.’

Geen enkel van Kureishi’s boeken heeft zo een grote tijdsspanne als zijn nieuwste. Jamal is een man van middelbare leeftijd die terugblikt op zijn tienerjaren. Diende Kureishi eerst zelf voldoende te hebben meegemaakt voor hij zich aan dit verhaal kon wagen?
‘Ik ben inmiddels vijftig en heb de voorbije vier decennia heel veel zien gebeuren. Voor mij was het belangrijk om dat tijdperk zelf te hebben beleefd. Dat betekent nog niet dat Jamals ervaringen helemaal stroken met die van mij. Natuurlijk zijn er overlappingen maar in een roman kan je nieuwe betekenissen toeschrijven aan gebeurtenissen die je overkwamen. Je werkt als schrijver nu eenmaal met een vorm, een structuur en alles moet passen binnen het geheel.
Ik vond het fascinerend om zowel te schrijven over het actuele Londen, dat bang is voor de dreiging van het moslimterrorisme, als over het politieke radicalisme van de jaren 1970. Toen ik studeerde, waren al mijn vrienden Trotzkisten. We wilden de wereld veranderen, alles zou onderworpen worden aan het nieuwe, zaligmakende systeem. Eigenlijk waren we op onze manier ook fundamentalisten, al zagen we dat toen helemaal anders. Idealisme kan gevaarlijk worden, extremisme is maar een stap veraf. In ‘Dit moet je weten’ zit een historisch perspectief dat je bijvoorbeeld niet had in ‘The Black Album’ en dat maakt het boek meer doorwrocht, moeilijker ook.’
Volgens Kureishi is het niet enkel de grote tijdsspanne die dit tot een complexer boek maakt. Ook Kureishi’s positie, ergens op de scheidingslijn tussen de Pakistaanse en Engelse cultuur, speelt mee.
‘Ik kijk dikwijls met een dubbele blik naar de dingen.Van kindsbeen af doe ik dat al. Kijk, een Engelse auteur zou Reagan en Thatcher al snel, omschrijven als ‘de slechteriken’. Toen ik als tiener naar Pakistan ging, ontmoette ik de broers van mijn vader, die diezelfde Westerse politici op handen droegen. In hun ogen waren Reagan en Thatcher liberalen. Niet zo verwonderlijk als je in een religieus fundamentalistische gemeenschap leeft. Als je tussen twee culturen schippert, zie je de dingen net iets anders. Deze dagen is die tussenpositie wel minder bijzonder dan toen ik debuteerde.Toen had je McEwan en Forster, nu heten alle auteurs Ali.’

Kureishi’s romans veroorzaakten in het verleden vaak ophef in zijn meest intieme kringen. Ex-en waren er niet altijd gelukkig mee, zijn zus uitte wel eens haar ongenoegen. Ook bij de publicatie van ‘Dit moet je weten’ hielden vriend en vijand hun adem in. Een aantal beroemdheden vreesden voor Kureishi’s scherpe oordeel. Eén van hen was Mick Jagger.
‘Jagger was erg nerveus toen hij via via hoorde dat hij in het boek voorkwam. Hij was blij met het resultaat, blijkbaar. Ik zou niet weten waarom ik gruwelijke dingen over hem zou schrijven. Als kind aanbad ik Jagger. Ik heb hem maar één keer ontmoet en dat was leuk. De scène zit ook in mijn boek.’
Als er één ding is waarin Kureishi werkelijk keer op keer meesterlijk is, dan wel in zijn vader-kindportretten. Jamal en zijn puberende zoon zorgen voor schitterende momenten in het boek. Kureishi heeft zelf een tienjarige zoon en twee tweelingzonen van veertien. Inspireren ze hem?
‘Kinderen laten zich heel moeilijk vatten. Ze veranderen zo snel, ze zijn ongrijpbaar. Een kind van tien praat helemaal anders dan datzelfde kind twee jaar later. Mijn eigen kinderen geven me wel ideeën, ja. Ik weet niet wat ze vinden van de manier waarop ik hen neerzet. Ze lezen mijn boeken niet. Ze vinden het genant, te intiem. Soms komt mijn tweelingzoon Sachin thuis van school en slingert me dingen naar het hoofd als ‘Een van mijn vrienden las je boek en vond het echt rotzooi’. Ach, dat is niet zo vreemd. Uiteindelijk verzette ik me ook tegen mijn eigen vader, al deed ik het dan op een andere manier.’
Net op dat ogenblik wandelt Sachin Café Rouge binnen. ’s Morgens lag hij nog met een dikke keel in bed, maar nu wil hij toch naar school toe. ‘Sachin, vertel eens aan deze Belgische journaliste of je ooit een boek gelezen hebt?’
Met een stem die twijfelt tussen ergernis en schaamte bekent Sachin dat hij ‘er wel eens één heeft gelezen, al weet hij niet meer welk’. Kureishi lijkt plots een echte familieman. Zijn liefdevolle geplaag doet meteen denken aan dat van Jamal met zijn weerbarstige zoon. Alsof hij mijn gedachten kan lezen, zegt Kureishi: ‘Ja, je ziet wel dat ik heel wat uit mijn leven put. Kijken naar mensen, hen observeren, dat is mijn vorm van research. Ik heb geen zin om in de boeken te duiken, daarvoor ben ik veel te lui.’ Kureishi laat zijn blik over Sachin glijden en blijft steken bij de rozegelakte vingernagel van het kind. ‘Kijk,’ grapt hij, “zie je dat? Komt vast en zeker in mijn volgende boek terecht.’

Hanif Kureishi, Dit moet je weten, vertaald door Molly van Gelder, De Bezige Bij, Amsterdam, 2008.

Aparte kader:

Hanif Kureishi (°1954) begon al op zijn twaalfde met schrijven. Naast een indrukwekkende reeks toneel- en filmscenario’s schreef hij vier romans en twee verhalenbundels. Voor ‘De boeddha van de buitenwijk’ kreeg hij de Whitbread Prize.
Kureishi’s nieuwste ‘Dit moet je weten’ biedt een mooie synthese van al zijn stokpaardjes en thema’s. Het speelt in West-Londen tussen de late jaren 1970 en het heden. Psychoanalyticus Jamal, zijn beste vriend Henry en zijn dolle zus Miriam vormen de spil van een verhaal dat een mooi beeld geeft van het veranderende Londen. Het frisse politieke idealisme uit de jaren 1970, de hologige drugsesthetiek van de jaren 1980 en het oprukkende religieuze radicalisme van de jaren 1990: Kureishi weet het allemaal te vatten in een boek met een paar erg memorabele personages.