Nicola Keegan – Zwemmen (Het medisch weekblad)

Witte tenen op de badrand

Nicola Keegan is een Ierse uit Galway die als jong meisje verhuisde naar de Verenigde Staten. Ze studeerde creative writing in Iowa en debuteert veelbelovend met ‘Zwemmen’, een roman over verlies en Olympische ambities.

Philomena Ash is een huilbaby die nauwelijks één uur aan een stuk slaapt. Haar radeloze ouders stappen af op de lokale zwemclub ; misschien kan het spartelende kind zichzelf verliezen in het water. ‘Bevrijd van mijn vlezige gevangenis van zwaartekracht’ spartelt baby Mena, zoals haar moeder haar noemt, vrolijk in het fluo-blauwe water. Iedereen is verbijsterd over zoveel tomeloze energie en oertalent. Mena heeft drie zussen: Bron, met wie ze op voet van oorlog leeft, de devote engel Dot en de rusteloze Roxanne. De opgroeiende Mena en Bron zitten elkaar voortdurend in de haren. Op verbaal vlak moet de weinig spraakzame Mena het afleggen tegen Bron, die uitblinkt in Frans en debatteertechnieken. Wanneer Bron ziek wordt – ze heeft de ziekte van Hodgkin – verandert alles. Vader Leonard, wetenschapper gespecialiseerd in vleermuizen en hobby-piloot, maakt voortdurend ruzie met zijn vrouw. Het huis dreigt te verzakken onder zoveel verdriet en broze hoop. Wanneer Bron sterft, is het vooral Leonard die ontspoort. Hij ‘stort neer’ met zijn vliegtuig, al vermoedt Mena dat het niet om een ongeluk ging. Mena gooit zich op het zwemmen en probeert haar verdriet op het droge te laten.

Keegan schreef een ambitieuze debuutroman over een disfunctionele familie die rouwt en de dieperik inglijdt. Toch is ‘Zwemmen’ erg levenslustig. Het ritmische proza stuwt Mena voort, zelfs op haar meest donkere momenten. De sfeer in en buiten het zwembad wordt prachtig beschreven. Keegan heeft het over ‘de brede bruine driehoek’ die de schouders van zwemmers vormen en over de tegenstanders die elkaar vanuit hun ooghoeken screenen, hun elastische voeten masserend, hun zwembrilletje nerveus tussen hun vingers vlechtend. De scènes met Mena’s moeder, die nauwelijks nog haar bed verlaat, zijn daarentegen traag, plakkerig en verstikkend.

Mena is een meisje uit Kansas en ze groeit op tussen de nonnen en de priesters. Haar ouders zijn te zeer verwikkeld in hun lijden om zich echt om haar te bekommeren. Mena wanhoopt dan ook in eenzaamheid om haar magere botten, platte borst en uitblijvende menstruatie. Ze heeft de geknipte figuur om te zwemmen, niet om jongens te versieren. Ze verlaat Kansas om zich op haar zwemcarrière toe te leggen en trekt naar Californië, waar ze professioneel omringd wordt door supercoaches en slagdokters. De diëtiste weet ze handig te ontglippen. Het geregelde eetpatroon van de Ashes verpulvert volledig na de dood van Bron en Leonard. Mena’s moeder houdt nauwelijks iets binnen en eet enkel M&M’s en vage, vloeibare vitaminebrouwsels. Mena geraakt verslaafd aan suiker en gaat zich te buiten aan stroopwafels, koekjes en chocolade. Het enige gezonde wat ze binnenkrijgt, zijn de twee amandelen die ze voor elke wedstrijd in haar mond stopt – één van de vele rituelen waaraan ze zich vastklampt. Het meisje uit de zonnebloemstaat blijkt een enorm talent en ze begint te trainen voor de Olympische Spelen in Los Angeles in 1984. Na haar selectiewedstrijd stort Mena emotioneel volledig in. Het verdriet, dat ze onderwater zo hardnekkig tracht te ontvluchten, komt in grote golven over haar heen. Keegan beschrijft de nerveuze spanning voor een Olympische finale, de grote, witte tenen die de startblokken omklemmen, de zware chloorlucht, het geroezemoes op de tribunes. Ze heeft oog voor de gruwelen die kampioenen moeten doorstaan, de eenzaamheid van een leeg zwembad bij valavond, de eindeloze trainingsessies, het onbestaande privé-leven van echte kampioenen.

Wie ‘Zwemmen’ leest om zich te verdiepen in de details van een kampioenenleven zal zich misschien bedrogen voelen door dit boek. Eigenlijk is ‘Zwemmen’, ondanks de zinnelijke details van het zwembadleven, een coming-of-age-verhaal over iemand die een groot verlies ervaart, dat negeert en zich maniakaal stort op iets wat haar afleidt. Zwemmen is Mena’s laatste strohalm. Dat ze geen kindertijd heeft gehad door de strakke trainingschema’s laat sporen na in haar leven. Keegan laat Mena zelf haar verhaal doen. Het komt eruit met horten en stoten en in energieke, krachtige zinnen. De eerste helft van ‘Zwemmen’ is behoorlijk somber en zwaar. Keegan beschrijft prachtig hoe de Ashes lijden onder Brons ziekte. De moedeloze pogingen van het ouderpaar om leuke dingen te organiseren voor hun stervende kind, de onwennigheid van Brons zussen, de welwillende en hulpvaardige kerkgangers die het gezin een hand willen toesteken: Keegan stelt het allemaal heel precies en doorleefd te boek. De tweede helft van haar roman is hoopgevender en minder deprimerend. Enkel de laatste hoofdstukken hadden iets bondiger gemogen. Voorts is dit een erg trefzekere, bruisende roman van debutante Keegan, die haar tijd verdeelt tussen Ierland en Parijs.

Kathy Mathys

Nicola Keegan, Zwemmen, De Bezige Bij, 383 blz., 19,90€