Rachel Kushner – The Flamethrowers (De Standaard)

Remsporen als kunst
Met ‘The Flamethrowers’ werpt  Rachel Kushner zich op als een van de namen van dit najaar. Haar roman over New York en Milaan in de jaren 1970 is een fascinerend vat vol verhalen.
Kathy Mathys
Net als ‘Telex From Cuba’ , haar eerste roman over de Amerikanen die in 1958 verdreven werden uit Cuba, is Rachel Kushners tweede een soort coming-of-age– verhaal. Alleen reiken de ambities van de schrijfster zo veel verder dan de sentimentele lessen en groeipijnen van Reno, de verteller in ‘The Flamethrowers’. Dit is een roman over politiek activisme, terrorisme, cinema, landschap, eenzaamheid – en zo vallen er wel meer thema’s uit te kristalliseren.
Reno is de bijnaam van het hoofdpersonage dat afkomstig is uit de gelijknamige stad in Nevada. New Yorkse kunstenaars geven haar de naam die herinnert aan haar afkomst, aan haar afwezige ouders, aan haar neven met hun immer zwarte handen – vies van het sleutelen aan motorfietsen. Voor Reno is New York de stad van de verwachting. Ze belandt er in de jaren 1970 om er films en foto’s te maken en is enkel gewapend met het telefoonnummer van een jongen voor wie ze een zwak heeft. Wanneer het nummer niet langer in gebruik blijkt, probeert Reno het opnieuw. Dat zegt veel over haar: ze is onbeschreven, pijnlijk hoopvol en heeft weinig gemeen met de onverschrokken figuren die haar pad kruisen. Reno begrijpt niets van de omgangsvormen van Giddle, voormalig lid van Andy Warhols entourage, of van kunstenaar Ronnie, van wie je nooit weet of hij liegt. Reno bestudeert hen, ze wil iets van hen leren, al weet ze niet wat ze precies te bieden hebben. Ze begint iets met Sandro Valera die minimalistische kunst maakt. Aluminium dozen, noemt Reno zijn creaties. Sandro is een telg van een beroemde Milaanse familie die er een succesvolle fabriek van motorfietsen en rubberbanden runt.
In Little Italy probeert Sandro zijn Italiaanse afkomst te verbergen en zet hij een John Wayne- accent op. Hij is een van de vele personages in dit boek die doet alsof, die toneel speelt. Voor sommigen is dit nummertje een vorm van performancekunst, voor anderen een dekmantel. ‘The Flamethrowers’ is namelijk ook een roman over rebellie tegen het establishment. Kushner trekt het spel van schijn en werkelijkheid ver door. Het boek zelf lijkt een vlechtwerk van realistische details. Lijkt. De Valera’s zijn fictief, net als hun motoren. De Land Artists hebben wel echt bestaan.
Kushner wisselt de ik- hoofdstukken af met episodes in de derde persoon over Sandro’s vader die na een geprivilegieerde jeugd in Alexandrië met de familie naar Italië verhuist, er kortstondig flirt met het futurisme en een passie ontwikkelt voor motoren. We zien hem later in het boek ook als lid van de fascistische partij, als industrieel magnaat die naar het Amazonewoud trekt om er rubber te oogsten. Deze hoofdstukken komen afstandelijker over dan de Reno-delen.
Snelheid
Reno trekt met Sandro naar het familiehuis in Italië, een strenge mastodont, voorzien van een oprijlaan met kaarsrechte cipressen. Ze bevriest haast onder de kille blik van Sandro’s moeder. Sandro’s rijke familie speelt een al even complex en ondoorgrondelijk spel als de New Yorkse kliek, maar er komen barsten in het onberispelijke oppervlak. De arbeiders in de Valerafabriek staken en dan wordt Roberto, de oudere broer van Sandro, ontvoerd door de Rode Brigade.
De Italië-hoofdstukken in het familiehuis zijn van een klassieke, haast negentiende-eeuwse schoonheid. Kushner is gezegend met het oog van een poëet en met veel gevoel voor nuance verbeeldt ze het verhaal van de Valera’s.
‘The Flamethrowers’ is een roman over snelheid, over de rush die je voelt als de wereld aan je voorbijraast. Tijdens de openingshoofdstukken is Reno op weg naar Nevada om er te racen op zoutvlakten. Ironisch genoeg kan deze jonge vrouw die het licht en de atmosfeer van Nevada zo goed kent er pas heen als kunstenares via een tussenstop in New York. Net als de Land Artists is ze gefascineerd door de lijnen die je kan aanbrengen in de natuur. Ze wil de sporen die ze trekt met haar motorfiets filmen.
Hoewel dit een verhaal is over snelheid is het ritme van Kushners proza traag. Door deze roman waait de melancholische wind uit een Nico- nummer. Reno heeft oog voor de contouren van de wolken, voor de zomersneeuw die in het woestijnlicht de kleur krijgt van een panty, voor de eenzaamheid van de truckchauffeurs in diners.
‘The Flamethrowers’ is geen boek met een extreem spannende plot, al gebeurt er veel. De gebeurtenissen hebben iets onvermijdelijks. Dit is een roman vol verhalen en anekdotes. Kushner schrijft al lang over kunst en ze doet dat ontzettend overtuigend, ook hier. Ze verwijst naar de films van Antonioni, Godard en Demy. Het helpt als je de sfeer uit de films van die cineasten kent, maar het is geen noodzaak om dit boek te kunnen waarderen.
‘The Flamethrowers’ is een roman over de tijd, hoe misleidend die is en hoe die ons uit handen glipt – voortdurend. Thematisch breed en duizelingwekkend, stilistisch geraffineerd: dit is een van de toppers van het najaar.
****
Rachel Kushner – The Flamethrowers – Scribner – 400 blz. – 24.99 €.
De Nederlandse vertaling verschijnt in het voorjaar van 2014 bij Atlas Contact.