Het juiste perspectief (Schrijven magazine)


Is er zo iets als het juiste vertelperspectief of zijn er veel manieren om een verhaal te vertellen?
Toen ik Alan Hollinghurst interviewde over zijn Booker Prize-winnaar De schoonheidslijn klonk hij erg opgelucht om voor het eerst in de derde persoon te schrijven, na drie romans in de ik-vorm. Hollinghurst vertelde dat hij bewust koos voor een hij-verteller, de ‘ik’ was hem te claustrofobisch geworden. In het geval van Hollinghurst leren we zijn mannelijke hoofdpersonages even goed kennen in zijn vroege werk – allemaal in de ik-persoon – als in het latere. Hollinghursts ‘hij’ is de lezer heel vertrouwd. We zitten het hoofdpersonage dan ook dicht op de huid ; close third person heet dit in het Engels. Hollinghurst deed het tijdens het interview voorkomen alsof vertelperspectief iets is wat je als schrijver maar voor het kiezen hebt. Frans Stüger schrijft in Personages, conflict, perspectief dat niet de schrijver bepaalt welk vertelperspectief nodig is, dat doet het verhaal zelf. De verhaalstof bepaalt of je kiest voor een verteller in de eerste, tweede of derde persoon.
Onlangs verscheen Waarvan wij droomden, een roman in de wij-vorm van Julie Otsuka. De eerste persoon meervoud is een zelden gebruikte perspectiefvorm, maar in dit geval was het de juiste. Otsuka schrijft over postorderbruiden die in de vroege twintigste eeuw naar de Verenigde Staten immigreerden vanuit Japan. Ze vertelt het verhaal van een groep en door te differentiëren – sommigen deden dit, anderen deden dat, schrijft Otsuka – krijgt deze roman toch een intieme sfeer. Dat groepsgevoel was er nooit zo sterk uitgekomen, als dit boek niet in de wij-vorm was geschreven. Het had minder indrukwekkend uitgepakt, mocht één vrouw haar verhaal hebben gebracht. Nu krijg je door die aaneenschakeling van zinnen in de wij-vorm een heel aparte leeservaring. Een lyrische, bezwerende trip is het. Waarvan wij droomden lijkt haast poëzie. In het geval van Otsuka is de wij-vorm de enige juiste vorm. De meeste verhalen hebben een ideaal perspectief. Of: verander je het perspectief, dan krijg je een ander verhaal. Enkel de eerste persoon en de close third person liggen heel dicht bij elkaar.
Eerst de werkelijkheid in je verhaal kennen
S.J. Watson, auteur van Voor ik ga slapen heeft het op een podcast van de Faber Academy over het belang van de perspectiefkeuze: ‘Wanneer je het perspectief kiest, bepaal je door wiens ogen de lezer acht uur of langer meekijkt naar de wereld. Overtuigt dit perspectief niet, dan zakt het hele bouwwerk in elkaar.‘
Het is helemaal niet vreemd of uitzonderlijk dat het een poos duurt voor je het juiste perspectief hebt gevonden. Heel wat professionele auteurs proberen eerst een en ander uit voor ze een keuze maken. Of ze herbeginnen na 100 bladzijden omdat ze merken dat hun eerste persoon toch beter een derde zou worden. Als schrijver moet je ‘de objectieve werkelijkheid kennen en dan kan je nadenken over hoe je personages zich tegenover die werkelijkheid verhouden,‘ aldus schrijfster Rachel Cusk. Met andere woorden: zorg eerst dat je weet wat het conflict is, wie je personages zijn en ga dan pas nadenken over het perspectief. Denk na over de manier waarop de personages zich verhouden tot conflict. Naast het vertelperspectief is er ook zoiets als het psychologisch perspectief, lezen we bij Stüger. De leeftijd van je personages, hun geslacht, de vraag of ze arm zijn of rijk, hun voorgeschiedenis: al die elementen bepalen hun blik op de wereld.
Tips:
1)      Stel jezelf eerst de vraag wat voor verhaal je wil vertellen. Bezin je vervolgens over het ideale perspectief.
2)      Vraag je steeds af wat de voor- en nadelen zijn van het gekozen vertelperspectief. Een roman verteld vanuit het standpunt van een achtjarige kan heel direct en authentiek overkomen, maar je bent gebonden aan het taalgebruik en de psychologie van een kind.
3)      Lees boeken met een verrassend vertelperspectief zoals Bright Lights, Big City  van Jay McInerney (in de jij-vorm) of De zelfmoord van de meisjes van Jeffrey Eugenides (in de wij-vorm).
4)      Probeer veel uit. Vertel je verhaal vanuit de dochter. Probeer opnieuw,  kijk nu door de ogen van de moeder. Wat is het boeiendst?
Kathy Mathys
Dit artikel verscheen in Schrijven magazine, jaargang 18, nr, 1, zie ook www.schrijvenonline.org