Jhumpa Lahiri interview (De Standaard)

‘Schrijven heeft me gered’
De moord op een man in Calcutta drukt een stempel op het leven van zijn familieleden. Jhumpa Lahiri schrijft vol empathie en zonder sentiment over eenzaamheid, verraad en bloedbanden in ‘Twee broers’.
Kathy Mathys
Jhumpa Lahiri zit in het Italiaans te telefoneren wanneer ik haar ontmoet. Sinds een jaar woont de schrijfster van de verhalenbundels ‘Een tijdelijk ongemak‘ en ‘Vreemd land‘ in Rome. Tijdens het gesprek praat ze zacht, weloverwogen en met ernst. ‘Twee broers‘ is haar eerste roman sinds ‘De naamgenoot’. Het verhaal gaat over Udayan en Subhash. Eerstgenoemde broer wordt geëxecuteerd om zijn politiek activisme. Subhash verhuist van Calcutta naar Rhode Island, Amerika, de regio waar Lahiri opgroeide. Hij trouwt met Gauri, Udayans zwangere weduwe. ‘Twee broers‘ toont hoe de levens van de betrokkenen zich ontwikkelen. Voor Lahiri begon het allemaal met een waargebeurd verhaal:
‘Er zat een beeld in mijn hoofd. Ik zag iemand die voor de ogen van zijn familie geëxecuteerd werd. Toen ik klein was, hoorde ik vaak over dit waargebeurde incident dat plaatsvond in de jaren 1970, in de buurt van het huis van mijn grootouders. Dat verhaal heeft altijd een grote indruk op mij gemaakt. Ik heb van dit gegeven enkel de essentie gebruikt. In werkelijkheid stierven beide broers omwille van hun politieke engagement. In mijn roman is slechts een van de broers politiek geëngageerd en ik heb van de broers tegengestelde karakters gemaakt. Dat is interessanter voor een verhalenverteller.‘
Het schot dat aan het begin van het verhaal valt, is niet het enige in het boek. Lahiri ziet het fysieke geweld in het begin van haar roman als een startpunt. ‘De executie veroorzaakt schokgolven die een impact hebben tot ver in de toekomst. Er vallen geen doden meer na de moord op Udayan maar in veel opzichten is het psychologische geweld later in de roman minstens zo gruwelijk.’
Lahiri schrijft met scherpte en inlevingsvermogen over eenzaamheid. Ze vindt het een van haar belangrijkste thema’s en is vooral geïnteresseerd in eenzaamheid van mensen die zich in relaties bevinden, deel uitmaken van een familie. ‘Iedereen is eenzaam in mijn nieuwe roman. Zo is het vaak in het leven. Zelfs wanneer je je in een liefdevolle relatie bevindt, kan je je nog eenzaam voelen. In mijn boeken heeft eenzaamheid vaak te maken met een gevoel van ontheemd zijn, maar niet altijd.’
Wat vindt u zo interessant aan de relatie tussen broers en zussen?
Het is één van de meest complexe relaties waarin velen van ons verwikkeld zijn. Mijn zus is acht jaar jonger dan mij en daardoor heb ik altijd het gevoel gehad dat ik enig kind ben. Het is pas sinds ik kinderen heb dat ik meer inzicht krijg in de aard van de relatie tussen broers en zussen. Sinds de allereerste dag ben ik getuige van de band tussen mijn kinderen. Mijn zoon en dochter zijn erg close en als moeder ben ik nieuwsgierig naar hoe hun band zich zal ontwikkelen. Soms kijk ik naar mijn zoon en dochter, terwijl ze liggen te gieren op het bed, en dan denk ik: hoe zal het zijn later? Zullen ze beste vrienden blijven of wordt hun relatie complexer, ingewikkelder, misschien zelfs killer?
Subhash, die naar de VS verhuist, slaagt er niet in om India uit te leggen aan Amerikanen. Herkent u dit?
Ik heb me altijd tussen twee werelden bevonden en zowel in India als Amerika hoorde ik voortdurend de vraag: hoe is het daar, aan de andere kant van de wereld? Ik ben opgegroeid in de Verenigde Staten en heb als kind niet in India gewoond maar ik ken het goed. Telkens wanneer ik terugkeerde naar de Verenigde Staten, had ik het gevoel dat ik de ware aard van het leven in India niet kon uitleggen. Alsof de hele ervaring verdampt was. Ik vond dit heel verontrustend. Ik denk dat ik ben gaan schrijven omdat ik het gevoel had dat ik India moest uitleggen. Ik kon het niet in gesproken taal en ben daarom op zoek gegaan naar een manier om het in geschreven vorm te doen. In eerste instantie deed ik het voor mezelf. Ik wou begrijpen hoe en wat India betekent. Ik dacht toen nog niet aan andere lezers.
Gaudi is een van uw sterkste vrouwelijke personages. Hoe moeilijk was het om haar te doorgronden?
Ik vond haar heel fascinerend om te schrijven. Gaudi is zo getraumatiseerd door de gebeurtenissen dat ze niet in staat is om een band te ontwikkelen met haar eigen dochter. Ze voelt niets dan afstand van haar kind. In een meer voorspelbare roman zou een rouwende vrouw zich juist erg verbonden voelen met het kind van haar overleden man. Dat uitgangspunt heb ik bewust vermeden omdat het niet nieuw is.
Ik heb sympathie voor Gaudi, ook al maakt ze wrede keuzes. Die wreedheid is het centrale thema in het boek, de wreedheid van de politieke onderdrukking aan de ene kant en de intiemere geweldplegingen binnen de context van een gezin. Emotionele wreedheid, bedrog, het schenden van de meest innige familiebanden, dat zijn de onderwerpen die ik wilde verkennen. Niemand in het boek is onschuldig, iedereen verbergt iets en is medeplichtig. Mijn personages in eerder werk waren evenmin onschuldig, maar ik denk niet dat ze in staat zouden zijn om de brutale keuzes te maken waarover je leest in ‘Twee broers’.
Vormt het werk dat u tot nu toe schreef een geheel?
Meer dan dat, de boeken vormen een familie, ze horen echt bij elkaar. Ik voel me nu klaar om iets nieuws te gaan doen. Ik heb geschreven over een bepaalde tijd en plaats, een bepaalde ervaring. Al mijn verhalen gaan over migranten die een leven trachten op te bouwen in het Amerika van de jaren 1970, net als mijn ouders. Nu wil ik iets anders, al weet ik niet of het afscheid tijdelijk is.
Is er een tijd geweest dat u er vanuit ging dat u academicus zou worden?
Ja, al was ik niet laaiend enthousiast. Toen durfde ik niet te hopen dat ik schrijver zou worden. Als kind schreef ik veel en daarna gaf ik het op. Toch ben ik op een bepaald moment opnieuw fictie gaan schrijven en de verhalen die ik verzon, werden belangrijker dan mijn academisch werk. Ik was er heel veel mee bezig maar geloofde niet dat ze gelezen zouden worden door anderen. Ik ben nog steeds verbijsterd door wat er gebeurd is, heb heel veel moeite om te bevatten dat zoveel mensen mij lezen. Schrijven maakt me heel gelukkig. Om eerlijk te zijn, ik weet niet of ik nog zou leven als ik geen fictie was gaan schrijven. Het heeft me gered en bevrijd. Ik was diep ongelukkig, totaal verloren en gedesoriënteerd.
Lang geleden twijfelde ik of ik schrijver kon worden. Wel heb ik het altijd serieus genomen. Ik schrijf een boek met dezelfde ernst, hetzelfde verantwoordelijkheidsgevoel waarmee ik kinderen op de wereld heb gebracht. Je hoopt dat je boek iets bijdraagt. Van mijn kinderen hoop ik niet dat ze kerngeleerden worden, wel dat ze opgroeien tot goede mensen. Hetzelfde geldt voor mijn boeken.
Heeft u zich ooit een Amerikaan gevoeld?
Nooit. Als kind kreeg ik constant te horen dat ik geen Amerikaan was en dat ik het ook niet mocht worden. Ik heb geen nationaliteit, zo voelt het. Ik vind het prima, voor mij werkt het. Vroeger dacht ik dat ik een nationaliteit nodig had. Toen ik klein was, wilde ik ergens bijhoren, was ik op zoek naar mijn plaats in de wereld. Nu niet meer. ‘Thuis’ heeft voor mij niets te maken met een plaats, wel met een geestelijke ingesteldheid.
Vorig jaar verhuisden we naar Italië met het hele gezin. Ik was Italiaans gaan studeren in Amerika en hield zoveel van de taal dat ik in het land wilde wonen. Ik verlangde ernaar om een nieuwe plek uit te proberen. Ik had nog nooit buiten Amerika gewoond. Ik ben nu een jaar in Rome en vind het fantastisch. Nooit eerder ben ik zo gelukkig geweest.
Hoe komt dit?
Ik voel er een vrijheid die ik nooit eerder heb ervaren. Het is een heel intense, diepe ervaring. Ik schrijf nu in het Italiaans, dat is zo opwindend. Ik heb het gevoel dat de Italiaanse Lahiri iemand anders is dan de schrijfster die in het Engels schrijft. Wanneer ik in het Engels schrijf, doe ik dat steeds in het besef dat het niet de moedertaal is van mijn ouders. Ik heb altijd het gevoel dat ik mijn ouders enigszins verraad door in het Engels te schrijven. Ik voel me gelukkiger wanneer ik in Italiaans schrijf, alsof er een zware last van me afvalt. Voor het eerst heb ik zelf een taal gekozen waarmee ik aan de slag kan, een taal die niet beladen is met mijn complexe voorgeschiedenis. Momenteel denk ik veel na over de manier waarop de taal die je spreekt je identiteit bepaalt. Ik ben tot het besef gekomen dat ik geen moedertaal heb. Het is verontrustend om enkel een tweede, derde en vierde taal te hebben maar voor een schrijver is het een goudmijn om je in die positie te bevinden. Dat zijn de thema’s die mij nu bezighouden, daarover wil ik meer gaan schrijven.
****
Jhumpa Lahiri – Twee broers – oorspronkelijke titel: The Lowland.